Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > tiotropium met olodaterol inhalatie

Inhoud

tiotropium met olodaterol inhalatie

Tiotropium en olodaterol verwijden de luchtwegen.

Artsen schrijven de combinatie voor bij chronische obstructieve longziekte (COPD).

Wat doet tiotropium met olodaterol inhalatie en waarbij gebruik ik het?

Chronische obstructieve longziekte (COPD)

Verschijnselen
COPD is de Engelse afkorting voor chronische obstructieve longziekte. Bij COPD zijn de luchtwegen blijvend vernauwd en heeft u last van slijm in de luchtwegen. U moet daardoor veel hoesten en bent vrijwel altijd benauwd. De klachten kunnen af en toe verergeren of juist verminderen. Verkoudheid of griep, het inademen van rook of lichamelijke inspanning kunnen een verergering van de klachten uitlokken. Behalve longklachten kunt u door COPD op den duur ook een slechtere conditie krijgen. U merkt dat omdat u afvalt en uw spieren steeds slapper worden. De oorzaak van COPD is meestal een beschadiging van de luchtwegen, bijvoorbeeld door roken.

Behandeling
Stoppen met roken is het belangrijkste. Ook als u al vele jaren rookt, kunt u door te stoppen met roken na enkele maanden een betere conditie hebben. Ook voldoende bewegen en gezond eten zijn belangrijk. Er zijn speciale bewegingsprogramma’s ontwikkeld. Dit is ook nuttig voor mensen met COPD die een zeer slechte conditie hebben. Vraag ernaar bij uw arts of fysiotherapeut.
Verder kunt u prikkels die u benauwd maken, beter vermijden. Prikkels kunnen zijn: baklucht, verflucht en fijnstof. Ventileer uw huis goed en zorg voor een goede afzuiginstallatie bij het koken.

Als u toch benauwd blijft zal uw arts u medicijnen voorschrijven. Stap 1 is hierbij een kortwerkende luchtwegverwijder, zoals salbutamol of ipratropium. Stap 2 zijn luchtwegverwijders met een lange werking, zoals olodaterol  en tiotropium. Als deze onvoldoende helpen kan uw arts  inhalatiecorticosteroïden voorschrijven, zoals fluticason, of tabletten met prednisolon.

De combinatie tiotropium met olodaterol hoort tot stap 2. Uw arts zal dit medicijn voorschrijven als kortwerkende luchtwegverwijders onvoldoende helpen en als u vooral ’s nachts last heeft van benauwdheid. U moet het elke dag gebruiken om de benauwdheid en hoesten te verminderen.

Werking
Olodaterol en tiotropium voorkomen aanvallen van benauwdheid. De twee medicijnen doen dit op een verschillende manier en vullen elkaar daardoor aan. Binnen 20 minuten merkt u dat u minder benauwd bent. De werking houdt ongeveer 24 uur aan. Als u met deze inhalaties begint kan het enkele dagen tot weken duren voor u merkt dat het aantal aanvallen van benauwdheid afneemt.

Lees meer over chronische obstructieve longziekte (copd) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Benauwdheidsaanval direct na het inhaleren.

    Meestal trekt dit snel weg. Blijft u last houden? Waarschuw dan een arts.

  • Een droge mond.

    Deze bijwerking ontstaat meestal 3 tot 5 weken na het begin van de behandeling. Het verdwijnt meestal weer als u langer doorgaat met de behandeling. Als u veel last heeft van een droge mond, kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes.
    Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren. Spoel na het inhaleren uw mond. Dan heeft u minder kans op gaatjes in uw gebit.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Ontstoken slijmvlies van de mond, ontstoken tong of tandvlees, zweertjes in de mond en een veranderde smaak. Als u last heeft van een vuurrode, pijnlijke mond en keel, moet u uw arts raadplegen. Ook schimmelinfectie in mond en keel komt voor. Dit herkent u aan een witte aanslag in de mond.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Ontsteking van de bovenste luchtwegen. U kunt last krijgen van keelpijn, loopneus, kriebelhoest, voorhoofdsholte- of bijholteontsteking (sinusitis) en heesheid.

    Meestal verdwijnen deze verschijnselen binnen enkele dagen. Blijft u last houden, of heeft u ernstige klachten? Neem dan contact op met uw arts.

  • Duizeligheid, slapeloosheid, hoofdpijn.

    Heeft u hier veel last van? Neem dan contact op met uw arts.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en verstopping.

    Bij verstopping helpt het om vezelrijke voeding te gebruiken en veel te drinken.

  • Plasproblemen, zoals moeilijk kunnen plassen.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Problemen met slikken.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Hartkloppingen, versnelde hartslag en andere hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval.

    Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

  • Pijn op de borst. Trekt de pijn niet snel weg, waarschuw dan uw arts. Heeft u hartkramp (angina pectoris), dan kan dit medicijn uw hartklachten verergeren.

    Overleg met uw arts.

  • Gewrichtspijn, rugpijn.

  • Wazig zien, oogpijn of verhoogde oogboldruk (glaucoom). 

    Als u per ongeluk een beetje van het medicijn in uw oog krijgt, kunt u een pijnlijk en rood oog krijgen, waarbij u tijdelijk wazig ziet en lichtkringen rond lichtbronnen waarneemt. Spoel dan uw oog direct met lauw kraanwater. Heeft u hevige pijn of trekt het niet binnen enkele uren weg? Waarschuw dan uw arts.

  • Huiduitslag

     Een enkele keer kan overgevoeligheid ontstaan (zie 'Overgevoeligheid').

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan galbulten of jeuk.

    In zeer zeldzame gevallen kunt u last krijgen van gezwollen oogleden, lippen of gezicht of ernstige benauwdheid. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-Hulpdienst.
    Als u overgevoelig bent voor dit medicijn, geef dit dan altijd door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik tiotropium met olodaterol inhalatie gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • De bètablokkers carvedilol, labetalol, oxprenolol, propranolol en sotalol. Bètablokkers worden gebruikt bij hart- en vaatziekten, migraine, schildklierziekten, hartritmestoornissen en examenvrees.
    Bètablokkers kunnen het effect van olodaterol met tiotropium tegengaan. Hierdoor kunt u meer last van benauwdheid krijgen.
    Gebruikt u een bètablokker? Neem contact op met uw arts als u deze combinatie voorgeschreven krijgt. Mogelijk is een ander medicijn beter geschikt voor u. Gaat u de combinatie toch gebruiken? Let dan op of uw benauwdheid verergert, raadpleeg in dat geval uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt (vanuit uw longen) in zeer kleine hoeveelheden in uw bloed. Hierdoor kan er maar weinig in de moedermelk komen.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Goed inhaleren vergt veel oefening. De werkzame stof moet diep in uw longen terechtkomen.
  • De apotheekmedewerker zal u uitleggen hoe het apparaat werkt en het inhaleren een keer voordoen. Daarna kunt u een keer oefenen en kan de apotheekmedewerker nagaan of u alle handelingen goed uitvoert. Bekijk ook het instructiefilmpje op deze site.
  • Laat regelmatig, bijvoorbeeld elk jaar, controleren of u nog op de juiste manier inhaleert. Lukt het u niet goed te inhaleren? Vraag uw arts of apotheker om advies.
  • De inhalatiespray zit in een patroon. Dit patroon plaatst u in het speciaal voor dit medicijn bedoelde inhalatieapparaat (Respimat). U moet inademen op hetzelfde moment dat u de knop op de spray (de ontspanner) indrukt.
  • Spoel uw mond na gebruik. U voorkomt hiermee gaatjes in uw gebit (tandcariës).

Wanneer?
U gebruikt 1 keer per dag achter elkaar 2 inhalaties van dit medicijn. Kies hiervoor een vast tijdstip, dan vergeet u minder snel een dosis.

Hoelang?
U gebruikt dit medicijn meestal langdurig. Het kan een paar weken duren voordat u merkt dat u minder aanvallen van benauwdheid heeft. Als u na 4 weken geen effect merkt, neem dan contact op met uw arts.

Terug naar overzicht