Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

rasagiline

Rasagiline is een medicijn tegen de ziekte van Parkinson.

Artsen schrijven het voor bij de ziekte van Parkinson.

Wat doet rasagiline en waarbij gebruik ik het?

Ziekte van Parkinson

Bij de ziekte van Parkinson kunnen de hersenen niet meer de juiste berichten versturen, bijvoorbeeld naar de spieren.
Dit komt onder andere door een tekort aan dopamine in de hersenen.

Dopamine is een boodschapperstof (‘neurotransmitter’) waardoor zenuwen in de hersenen met elkaar kunnen communiceren.

Verschijnselen
Er  ontstaan bewegingsproblemen, zoals spierstijfheid, moeite met slikken, beven, loop- en spraakstoornissen. De verschijnselen van de ziekte van Parkinson worden in de loop van de jaren steeds sterker.

Behandeling
De ziekte van Parkinson is niet te genezen. Medicijnen kunnen wel een deel van de verschijnselen verminderen.

Het moment waarop u met de medicijnen start, hangt af van uw lichamelijke klachten en van uw persoonlijke omstandigheden. De arts past een stappenplan toe, waarin verschillende behandelingen elkaar opvolgen. Elk medicijn heeft namelijk maar een bepaalde periode voldoende effect. Als het effect afneemt, krijgt u een andere dosering of medicijn.

Rasagiline wordt bij lichtere klachten soms gebruikt als medicijn om mee te beginnen.

Bij oudere mensen of bij ernstige klachten begint uw arts meestal met het parkinsonmedicijn levodopa. Als levodopa niet meer voldoende werkt of te veel bijwerkingen heeft, kan rasagiline worden toegevoegd. De dosering van levodopa kan dan meestal omlaag.

Werking
Rasagiline remt de afbraak van dopamine. Dit is de boodschapperstof waarvan bij de ziekte van Parkinson een tekort in de hersenen is. Hierdoor blijft er meer dopamine in de hersenen aanwezig.

Binnen een paar weken tot maanden merkt u dat u wat minder stijf bent en makkelijker kunt bewegen.

Lees meer over ziekte van parkinson . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Grieperig gevoel, koorts, gevoel van onwel zijn, pijn in de nek, gewrichtspijn, loopneus en ontstoken ogen.

    Blijft u hier last van houden, raadpleeg dan de arts.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, overgeven, winderigheid, buikpijn, verminderde eetlust en verstopping.

    Neem dit medicijn daarom tijdens het eten of met wat voedsel in. U heeft dan minder last van deze bijwerking. Deze bijwerking gaat meestal over als u aan dit medicijn gewend bent. Neem contact op met uw arts als u wel last blijft houden. Mogelijk kan de arts u tijdelijk een medicijn tegen de misselijkheid voorschrijven. Totdat u gewend bent aan dit medicijn.

  • Duizeligheid bij opstaan, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel, of flauwvallen.

    Zorg ervoor dat u langzaam opstaat uit liggende of zittende houding. Voelt u zich toch duizelig? Dan kunt u het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Deze klacht gaat meestal binnen enkele dagen tot weken over. Dan heeft uw lichaam zich ingesteld op dit medicijn. Als u na een paar weken nog steeds last heeft van duizeligheid, moet u uw arts raadplegen.

  • Draaierig gevoel.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Psychische klachten, zoals verwardheid, angstgevoelens, prikkelbaarheid, opwinding, slapeloosheid, nachtmerries, waanvoorstellingen (hallucinaties) en depressie.

    Mogelijk moet de dosering worden aangepast. Heeft u al psychische klachten, zoals waanvoorstellingen of psychose? Geef dan aan uw psychiater door dat u dit medicijn gaat gebruiken. Uw psychiater kan deze klachten extra in de gaten houden.

  • Pijn op de borst (angina pectoris), in zeer zeldzame gevallen kan hierdoor eerder een hartinfarct of beroerte ontstaan.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan jeuk, huiduitslag of galbulten.

    Zeer zelden ontstaan blaren op de huid. Waarschuw dan uw arts. Blijkt u overgevoelig, dan mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor dit medicijn. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Aandrang tot urineren zonder dat het nodig is en de blaas niet helemaal leeg kunnen plassen.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.

  • Bloedafwijkingen, namelijk een tekort aan witte bloedcellen. U kunt het merken aan een grotere kans op infecties.

    Raadpleeg dan uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Meer zin in vrijen en meer kans op verslaving, zoals overmatig kopen, gokken of medicijngebruik.

    Deze bijwerkingen gaan over na een verlaging van de dosis of als u met het medicijn stopt. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

  • Slaperigheid overdag of plotselinge slaapaanvallen.

    Deze slaapaanvallen kunnen plotseling ontstaan, soms zonder dat u ze voelt aankomen. Ze duren van enkele minuten tot enkele uren. Rijd geen auto als u slaperig wordt van dit medicijn. Meestal wordt deze bijwerking minder als u aan dit medicijn gewend bent. Als u hier last van blijft houden, overleg dan met uw arts over verlaging van de dosering.

  • Serotoninesyndroom, een ernstige bijwerking met verschijnselen zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

    Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is. Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik rasagiline gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Medicijnen tegen wanen en hallucinaties (antipsychotica). Deze gaan de werking van rasagiline tegen en verergeren de verschijnselen van de ziekte van Parkinson. Andersom vermindert rasagiline de werking van antipsychotica. Overleg met uw arts als u last heeft van wanen en hallucinaties. Mogelijk is dit het gevolg van rasagiline en kan de dosering hiervan worden verlaagd. In aanhoudende gevallen van wanen en hallucinaties kan de arts kiezen voor een ander antipsychoticum dat deze wisselwerking niet heeft.
  • De medicijnen tegen misselijkheid en braken: alizapride, droperidol en metoclopramide. Deze gaan de werking van rasagiline tegen en verergeren de verschijnselen van de ziekte van Parkinson. Andersom vermindert rasagiline de werking van deze medicijnen tegen misselijkheid. Het medicijn domperidon mag u wel kortdurend gebruiken bij braken.
  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld het reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast dit medicijn nog een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Gelijktijdig gebruik met moclobemide, een medicijn tegen depressie, verhoogt de kans op een ernstige bloeddrukstijging. Raadpleeg uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn. Als dat niet mogelijk is, mag u GEEN tyraminerijk voedsel of drank nuttigen. Tyraminerijk voedsel is bijvoorbeeld oude gerijpte kaas, camembert, brie, biergist en marmite.Tyraminerijke drank is bijvoorbeeld witbier, zware bieren zoals Belgisch bier en tapbier, champagne en chiantiwijn. Overleg hierover met uw dietist. Uw dietist kan u een compleet voedingsadvies geven.
    Ook na staken van deze medicijnen duurt het enige tijd voordat u weer tyraminerijk voedsel of drank mag nuttigen.
    • Als u stopt met moclobemide mag u na 1 dag weer tyraminerijk voedsel of drank nuttigen.
    • Als u stopt met rasagiline mag u pas na 2 weken weer tyraminerijk voedsel of drank nuttigen.
  • Gelijktijdig gebruik met dopamine, efedrine of fenylefrine injecties, verhoogt de kans op een ernstige bloeddrukstijging. Raadpleeg uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

Bij combinatie van rasagiline met een van onderstaande medicijnen kan een ernstige bijwerking ontstaan, namelijk het serotoninesyndroom. Dit is te herkennen aan trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn. Waarschuw een arts, zodra u dit merkt. Het gaat om de volgende medicijnen.

  • Dextromethorfan, een medicijn tegen prikkelhoest. Gebruik dit medicijn NIET samen met rasagiline. Er zijn andere medicijnen tegen prikkelhoest die deze bijwerking niet hebben. Ook na stoppen met dextromethorfan duurt het één dag voordat u rasagiline kunt gebruiken.
  • Sommige medicijnen tegen depressie, namelijk citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, clomipramine, imipramine, duloxetine, venlafaxine en vortioxetine. Ook als u al gestopt bent met rasagiline duurt het twee weken voor u een medicijn tegen depressie veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het enkele dagen tot weken voor u, na stoppen met een medicijn tegen depressie, met rasagiline mag beginnen. Raadpleeg hierover uw arts of apotheker.
  • De pijnstiller pethidine.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals duizeligheid, slaperigheid, verwardheid en hallucinaties. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste dagen van het gebruik voor. Plotselinge slaapaanvallen voelen de meeste mensen niet aankomen. U mag NIET autorijden als u daar wel eens last van heeft.

Let op: ook de ziekte of Parkinson kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

alcohol drinken?
Door alcohol wordt u sneller slaperig door dit medicijn. Bovendien verhoogt alcohol de kans op maagklachten en versterkt het de kans op duizeligheid. Gebruik daarom liever geen alcohol als u dit medicijn slikt.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit middel tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander middel.

Borstvoeding 
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Wel is bekend dat dit medicijn er voor kan zorgen dat de borstvoeding vermindert of zelfs stopt. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u een vast tijdstip kiezen. Bijvoorbeeld ’s ochtends bij het ontbijt, dan vergeet u minder snel een dosis.

Hoe lang?
Uw arts zal regelmatig het effect van dit medicijn met u bespreken. Mocht het effect afnemen, dan zal de arts u in de meeste gevallen een ander parkinsonmedicijn voorschrijven, soms samen met rasagiline.

Terug naar overzicht