Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

meningokokken-C-vaccin

Meningokokken-C-vaccin bevat onderdelen van dode meningokokken-C-bacteriën. Het beschermt tegen een infectie met deze bacteriën, zoals bepaalde vormen van hersenvliesontsteking.

Het wordt gegeven als vaccinatie aan mensen bij wie zo’n infectie heel ernstig kan verlopen.

Het is ook een van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Zie hiervoor de tekst Meningokokken-C-vaccin bij kinderen.

Wat doet meningokokken-C-vaccin en waarbij gebruik ik het?

Infecties met bacteriën

De meningokokken C-bacteriën kunnen ziektes veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking. Deze ziekte kan ernstig verlopen.
U kunt tegen een meningokokken C-infectie worden gevaccineerd met een injectie.

Werking
Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de bacterie. Als u dan in aanraking komt met levende meningkokken C-bacteriën, kan uw lichaam ze effectief bestrijden.

De bescherming houdt lange tijd aan. Het is niet precies bekend hoelang dit vaccin beschermt tegen hersenvliesontsteking.

Lees meer over infecties met bacteriën . “

Hersenvliesontsteking

Dit vaccin wordt gebruikt om hersenvliesontsteking door meningokokken C te voorkomen. Hersenvliesontsteking wordt ook wel meningitis of nekkramp genoemd.

Verschijnselen
Verschijnselen van hersenvliesontsteking zijn koorts, spierpijn, koude rillingen, hoofdpijn, misselijkheid en verwardheid. En overgevoeligheid voor licht en geluid, lusteloosheid en pijnlijke gewrichten. Vaak ontstaat nekstijfheid, u kunt de kin dan niet meer op de borst doen.

In sommige gevallen kunnen kleine huidbloedinkjes ontstaan. Als u hierop duwt met een glas, blijven deze kleine paarsrode vlekjes zichtbaar – ze verbleken niet bij drukken. Dit ontstaat als de bacterie in het bloed terechtkomt en daar gaat groeien. Dit is een zeer ernstige situatie, die snelle opname in het ziekenhuis nodig maakt.

Oorzaak
Hersenvliesontsteking is een ontsteking van de vliezen rond de hersenen door bepaalde virussen of bacteriën. Het wordt door verschillende soorten bacteriën veroorzaakt, zoals Haemophilus influenzae B (Hib), meningokokken groep B en groep C en pneumokokken. Hersenvliesontsteking door meningokokken C komt vooral voor bij kinderen onder de vijf jaar. Maar kan soms ook bij volwassen voorkomen. Deze meningokokken C leven in neus en keel en kunnen zich door bijvoorbeeld hoesten of niezen, verspreiden van mens tot mens. Ook kunnen ze worden overgedragen door zoenen. Gelukkig wordt slechts een klein deel van de besmette personen ziek.

Bij sommige mensen kan een hersenvliesontsteking zeer ernstig verlopen. Vandaar dat die mensen gevaccineerd worden tegen meningokokken.

Kinderen worden via het Rijksvaccinatieprogramma ingeënt tegen Hib, meningokokken C en ook tegen pneumokokken. Zie voor meer informatie de tekst Meningokokken-C-vaccin bij kinderen

Lees meer over hersenvliesontsteking . “

Vaccinaties

Tegen een infectie met meningokokken kunt u worden gevaccineerd met een injectie. Het wordt gegeven aan mensen die extra kans op deze ziekte hebben, zoals:

  • kinderen. Vandaar dat jonge kinderen worden gevaccineerd, meestal in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma. Zie voor meer informatie de tekst Meningokokken-C-vaccin bij kinderen.
  • mensen die geen milt (meer) hebben, of met een slecht functionerende milt.

Mensen uit de risicogroepen krijgen meestal elke 5 jaar een nieuwe injectie.

Lees meer over vaccinaties . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.

De meest voorkomende bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de plaats van de injectie, soms met roodheid, zwelling, jeuk of harde plek onder de huid

  • Vermoeidheid, gevoel van zwakte en onwel zijn, spierpijn en hoofdpijn

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Griepachtige verschijnselen, zoals koorts, gewrichtspijn, pijn in de armen of benen, misselijkheid, diarree, braken of rillingen.

    Deze verschijnselen houden meestal niet langer dan 1-2 dagen aan. Een enkele keer duren ze tot 2 weken.

  • Huiduitslag

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Jeuk en vetophoping op de plaats van de injectie

  • Duizeligheid en flauwvallen

    Meestal gebeurt dit vlak voor, tijdens of na de vaccinatie. Dit komt meestal doordat het zenuwstelsel gevoelig reageert op prikkels van buitenaf. Meld het in elk geval bij een volgende vaccinatie, zodat u de volgende vaccinatie zittend of liggend kunt krijgen.

  • Overgevoeligheid. U merkt dat aan huiduitslag galbulten of jeuk. In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht. Of flauwvallen of een ernstige huidafwijking met blaren op de huid. Waarschuw dan meteen uw arts.

    In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

  • Stuipen, soms met koorts. Waarschuw dan uw arts.

  • Blauw-rode verkleuring van de benen, enkele uren na de injectie

    Dit gaat vanzelf over.

  • Overmatig zweten, overmatig blozen en draaiduizeligheid

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik meningokokken-C-vaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De onderstaande medicijnen verminderen de werking van het vaccin. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

  • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
  • Bijnierschorshormonen, zoals betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt bij onder andere reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit vaccin veilig gebruiken tijdens de zwangerschap of als u borstvoeding geeft. Er is redelijk veel ervaring met gebruik van dit vaccin door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
De arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm.

Wanneer?
Volwassenen hebben aan één injectie genoeg.

Terug naar overzicht