Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

lithium

Lithium vermindert hevige stemmingsschommelingen.

Artsen schrijven het voor bij depressie en clusterhoofdpijn. Ook wanneer u te veel energie heeft waardoor u bijvoorbeeld niet genoeg slaapt. Dit wordt een manie genoemd.

Wat doet lithium en waarbij gebruik ik het?

Manie

Verschijnselen
Een manie is een periode van overdreven opgewektheid, met veel onrealistische plannen en acties. Mensen steken zich in deze periode vaak in de schulden en ondernemen activiteiten waar ze later spijt van hebben. Meestal treedt een manie op bij iemand die lijdt aan manische depressiviteit. Bij deze ziekte wisselen ernstig depressieve periodes zich af met manische periodes.

Behandeling
Bij een manie schrijven artsen meestal lithium voor. Dit medicijn werkt namelijk bij ongeveer drie op de vier mensen. Soms geeft de arts er in het begin van de behandeling een rustgevend medicijn, zoals oxazepam bij. Wanneer u ook depressieve klachten heeft, kan uw arts ook een antidepressivum voorschrijven, zoals paroxetine.

Werking
Lithium kan een manische periode voorkomen of de ernst, duur en het aantal buien verminderen. Het kan ook een manische bui stoppen. Hoe deze werking precies tot stand komt is niet bekend. Waarschijnlijk heeft het invloed op de overdracht van prikkels in de hersenen.

Effect
Bij een manie: Binnen één tot twee weken is het effect op de manie te merken. Het werkt bij twee op de drie mensen met een manie goed.

Gaat u lithium gebruiken om manische periodes te voorkomen of te verminderen, dan duurt het meestal een maand voor lithium voldoende effect heeft. Soms duurt het een half jaar of een jaar voor het volledige effect is bereikt. Het werkt bij acht op de tien mensen.

Lees meer over manie . “

Depressie

Verschijnselen
Bij manische depressiviteit worden depressieve periodes afgewisseld met manieën (zie ook de tekst hierboven).

Bij depressie is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen mensen met depressiviteit snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

Werking
Bij manische depressiviteit voorkomt lithium de sterke stemmingsschommelingen. Dit effect is meestal binnen een maand te merken. Maar soms duurt het een half jaar of een jaar voor het volledige effect is bereikt. Het werkt bij acht op de tien mensen met manische depressiviteit.

Lithium wordt soms gegeven bij ernstige depressiviteit zonder manieën als antidepressiva alleen niet voldoende helpen. Het werkt dan binnen drie tot vier weken.

Lees meer over depressie . “

Clusterhoofdpijn

Verschijnselen
Clusterhoofdpijn is een hevige, borende pijn aan één kant van het hoofd rondom of achter het oog. De hoofdpijnaanval begint plotseling zonder voorafgaande verschijnselen.

De pijn gaat samen met een tranend rood oog en zwelling van het neusslijmvlies, loopneus en hevig zweten op het voorhoofd aan de aangedane zijde. Een aanval duurt vijftien minuten tot drie uur en kan één tot acht keer per dag optreden.

De aanvallen komen vrijwel altijd in clusters van weken tot maanden voor en treden doorgaans ’s nachts op. Een klein aantal patiënten krijgt een chronische vorm van clusterhoofdpijn. Hierbij is de hoofdpijn vrijwel continu aanwezig.
Clusterhoofdpijn komt vooral voor bij mannen.

Behandeling
Als u veel aanvallen heeft, kunt u medicijnen gebruiken om de aanvallen te voorkomen. Lithium is één van deze medicijnen. Hoe de werking tot stand komt, is niet bekend. Het werkt lang niet bij iedereen.

Lees meer over clusterhoofdpijn . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

De hoeveelheid lithium in het bloed luistert zeer nauw. Bij te weinig werkt het niet, maar bij te veel kunnen ernstige bijwerkingen ontstaan. U zal daarom regelmatig uw bloed moeten laten controleren.

Het is heel belangrijk dat u dit medicijn consequent inneemt, zodat de hoeveelheid in het bloed constant blijft. Wees tussentijds altijd alert op de bijwerkingen. Merkt u dat een bijwerking opeens optreedt of toeneemt, dan kan dat een teken zijn dat de dosering te hoog is. Neem in dat geval contact op met uw arts. Belangrijke verschijnselen van overdosering zijn maagdarmklachten, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid en moeite met spreken.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Trillen en beven

    Dit treedt vooral op aan het begin van de behandeling en gaat meestal vanzelf over. Het kan helpen als u minder coffeïnebevattende dranken en voedingsmiddelen gebruikt, zoals koffie, thee en chocola. Als u hier veel last van blijft houden kan uw arts u hier een medicijn tegen voorschrijven.

  • Gewichtstoename

    Dit kan komen door het vasthouden van vocht, te veel calorierijke dranken of door een veranderde stofwisseling.

  • Na enkele maanden tot jaren gebruik: verminderde werking van de schildklier. U bent dan vermoeid, traag, kouwelijk en apathisch.

    Bij een verminderde werking van de schildklier kan ook uw gewicht toenemen en kan zich een struma ontwikkelen. Een struma is een zwelling onder aan de hals. Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Dorst, droge mond, veel drinken en veel plassen

    Zorg dat u voldoende drinkt, maar let er op dat u niet te veel calorierijke drankjes neemt. U heeft dan kans snel aan te komen. U kunt het dorstgevoel bestrijden met een schijfje citroen of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het laagje huid met slijm (slijmvlies) van de mondholte. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren. Het dorstgevoel wordt meestal minder als u gewend bent geraakt aan het medicijn.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree en buikkramp. 

    Deze klachten verdwijnen meestal binnen een paar weken. Blijft u hier last van houden, neem dan contact op met uw arts. Mogelijk kan deze het doseringsschema aanpassen.

  • Bloedafwijkingen. Bij onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel moet u direct een arts waarschuwen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Afvlakking van de stemming.

    Hoewel de manieën en depressies afnemen, missen sommige mensen hierdoor de extreme gevoelens.

  • Verminderd geheugen en verminderd concentratie- en coördinatievermogen, moeite hebben duidelijk te spreken (articuleren).

    Vooral ouderen kunnen hier last van krijgen. Overleg met uw arts als u hier last van krijgt.

  • Vermoeidheid

  • Metaalsmaak in de mond

  • Spierzwakte. Vooral mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen extra last krijgen van dubbelzien en hangen van het bovenste ooglid.

    Meestal is dit onschuldig, maar zeer zelden kan dit wijzen op een ernstige bijwerking op de spieren. De verschijnselen van deze ernstige bijwerking zijn spierpijn, spierzwakte, algemeen ziek voelen, koorts, misselijkheid en braken. De spierpijn zit meestal in de kuiten of onderrug, maar ook het gehele lichaam kan zeer doen. Overleg met uw arts als u onverklaarbare spierpijn heeft. Als deze spierpijn door het medicijn komt, kan de arts eventueel de dosering verlagen of een ander medicijn voorschrijven. Als u last krijgt van ernstige verschijnselen, moet u zo snel mogelijk uw arts raadplegen.

  • Spierschokjes of kleine epileptische aanvallen. Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. 

    Overleg hierover met uw arts.

  • Huidklachten, zoals verergering of ontstaan van puistjes (acne) en haaruitval. Als u aan psoriasis lijdt, kunt u meer last krijgen van deze ziekte

    Neem contact op met uw arts als u last heeft van rode schilferende of glanzende plekken op de huid, beschadigingen van de huid, jeuk, putjes in de nagels en gewrichtsklachten.
    Ook kunt u huiduitslag in de vorm van witte of rode vlekjes en verdikkingen op de huid en de slijmvliezen krijgen. Slijmvlies is een laagje huid met slijm. U kunt last krijgen van blaasjes in de mond of op de geslachtsdelen. Dit is een vorm van overgevoeligheid. Neem contact op met uw arts als u hier last van krijgt.

  • Heeft u de ziekte van Parkinson? Lithium kan deze ziekte verergeren

    Raadpleeg uw arts als u meer last krijgt van de ziekteverschijnselen.

  • Nierbeschadiging. Daarom zal de arts regelmatig de nierwerking controleren.

    Zorg in elk geval dat u altijd voldoende drinkt en gebruik voldoende zout bij het eten. Denk hier vooral aan als u last heeft van braken, diarree of koorts, tijdens duursporten en bij vakanties in warme landen. Dit betekent niet dat u veel zout moet eten, maar volg in ieder geval geen zoutarm dieet.

  • Oedeem (vocht vasthouden). Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.

  • Meer kans op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit komt vooral voor bij mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het aangeboren verlengde QT-interval

    Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kan de arts u een ander medicijn voorschrijven.

  • Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartziekte, hebben een grotere kans op hartritmestoornissen.

    Gebruik dit middel NIET als u dit syndroom heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik lithium gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen.

In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op het reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u twee of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.

De volgende medicijnen kunnen de hoeveelheid lithium in het bloed doen afnemen. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal zo nodig het lithiumgehalte in uw bloed vaker controleren.

  • De medicijnen tegen diabetes canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine;
  • Theofylline, een medicijn gebruikt bij de longziektes astma en COPD. De hoeveelheid lithium in het bloed kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal zo nodig het lithiumgehalte in uw bloed vaker controleren.

De volgende medicijnen kunnen de hoeveelheid lithium in het bloed doen toenemen. Hierdoor kunnen meer bijwerkingen optreden, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, In de war zijn (verwardheid), verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Mocht u één van de genoemde medicijnen gaan gebruiken, dan moet uw arts het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.

  • Plastabletten, zoals chloortalidon, hydrochloorthiazide en furosemide.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac en etoricoxib.
  • Hart- en vaatmedicijnen van de groep ACE-remmers, de groep Angiotensine II blokkers en de groep renine-remmers, zoals enalapril, losartan en aliskiren. Dit zijn medicijnen die gebruikt worden bij hoge bloeddruk, bepaalde nierziektes en hartfalen (een hart dat minder goed pompt).
  • Metronidazol, een antibioticum.
  • Topiramaat, een medicijn tegen epilepsie.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn deel te nemen aan het verkeer als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals geheugen- en concentratiestoornissen. U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Na een week zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Let op: ook manie of depressie kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken? 
Alcohol versterkt de bijwerkingen van lithium op het coördinatie- en concentratievermogen. Ook als u hier niets meer van merkt, omdat u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u er door alcohol last van krijgen.

Bovendien kan veel alcohol, net als lithium, leiden tot vocht- en zoutverlies. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

alles eten? 
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap

Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Neem dan direct contact op met uw arts.

Gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap verhoogt de kans op aangeboren afwijkingen bij het kind. Ook kan het kind na de geboorte last hebben van bewegingsstoornissen en ontwenningsverschijnselen. Dit is bijvoorbeeld te merken aan slecht drinken en veel huilen. Toch kan het nodig zijn dit medicijn tijdens de zwangerschap door te gebruiken. Een heftige aanval van manische depressiviteit kan erger zijn voor de moeder en het kind. Overleg daarom met uw arts. Samen kunt u het risico van de zwangerschap afwegen tegen het risico van stoppen van de behandeling.

Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Uw arts zal in dat geval de dosering goed controleren. En aanpassen tot de laagst mogelijke hoeveelheid die u nodig heeft.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft, of stop de borstvoeding. Van dit medicijn komt veel in de moedermelk terecht. Het kan dan bijwerkingen bij het kind geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Gewone tabletten en capsules: innemen met een half glas water.
  • Tabletten met vertraagde afgifte: heel doorslikken met een half glas water. Deze tabletten niet kauwen of fijnmaken, omdat dan onbedoeld al het werkzame bestanddeel tegelijk vrijkomt. De tabletten zijn zo gemaakt, dat ze langzaam oplossen, waardoor ze minder bijwerkingen geven en langer werken.

Huisgenoten die zelf geen lithium gebruiken, moeten hun handen wassen nadat ze de tabletten hebben aangeraakt.

Wanneer?
Gebruikt u dit medicijn 1 keer per dag? Neem het dan ’s avonds in. Moet u de hoeveelheid lithium in uw bloed laten meten? Dan moet u de volgende ochtend bloedprikken. Dit is 12 uur nadat u het medicijn voor het laatst heeft ingenomen.

Hoe lang?
Is de manische of depressieve periode voorbij, dan zult u dit medicijn meestal nog lange tijd moeten gebruiken om een nieuwe manie of depressie te voorkomen. Wel zal de arts de dosering in die periode meestal verlagen.

Terug naar overzicht