Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

fosaprepitant

Fosaprepitant werkt tegen ernstige misselijkheid en braken door chemotherapie.

Artsen schrijven het voor om misselijkheid en braken door chemotherapie te voorkomen.

Wat doet fosaprepitant en waarbij gebruik ik het?

Misselijkheid en braken

Oorzaak
Misselijkheid en braken ontstaan doordat het braakcentrum in de hersenen wordt geprikkeld. De prikkels kunnen vanuit de hersenen afkomstig zijn of van de maag en darmen.

Bij chemotherapie met medicijnen tegen kanker kunt u last hebben van ernstige misselijkheid en braken. Hoe dit precies ontstaat, is niet duidelijk. Mogelijk komen stoffen vrij die het braakcentrum prikkelen.

Werking
Fosaprepitant blokkeert de prikkeling van het braakcentrum. Hierdoor nemen misselijkheid en braakneigingen af. Bovendien versterkt het de werking van andere sterk werkzame medicijnen tegen de misselijkheid zoals dexamethason met ondansetron of granisetron.

Behandeling
Artsen schrijven een infuus met fosaprepitant voor als ze verwachten dat u ernstig misselijk wordt door de chemotherapie. Dit infuus wordt altijd gecombineerd met andere sterk werkende medicijnen tegen misselijkheid, zoals dexamethason met ondansetron of dexamethason met granisetron.

Soms krijgt u gedurende 2 of 3 dagen na de chemotherapie aprepitant-capsules. Deze werken hetzelfde als fosaprepitant-infuus. Soms krijgt u ook nog ondansetron, granisetron of dexamethasontabletten erbij.

Effect
Het infuus werkt binnen een half uur. Het effect houdt een dag aan.

Lees meer over misselijkheid en braken . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Vermoeidheid

  • Maagdarmklachten, zoals brandend maagzuur, oprispingen en verstopping.

    Zeer zelden buikpijn, opgezette buik, winderigheid, en een maag- of darmzweer. Zeer zelden misselijkheid en braken, juist door dit medicijn. Het werkt dan minder goed.

  • Verlies van eetlust.

  • Hik

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Pijn en verharding van de huid op de injectieplaats.

  • Duizeligheid

  • Slaperigheid of slapeloosheid.

  • Ziek of zwak gevoel.

  • Droge mond, dorst, veranderde smaak, blaren in de mond en schimmelinfectie van de mond.

  • Psychische klachten, zoals verwardheid, angst, nachtmerries of juist een overdreven opgewekt gevoel.

  • Klachten die lijken op verkoudheid zoals keelpijn, niezen, hoesten, benauwdheid en ontstoken ogen.

    Waarschuw bij koorts uw arts.

  • Spierpijn en spierkramp.

  • Zenuwafwijkingen, zoals tintelingen, een doof gevoel, moeite met lopen of moeite met spreken.

  • Wazig zien.

  • Oorsuizen

  • Bloedafwijkingen, zoals bloedarmoede en een tekort aan witte bloedcellen. Als u last krijgt van extreme vermoeidheid, keelpijn, onbegrepen koorts of infecties, waarschuw dan uw arts.

  • Oedeem. Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.

    Mensen die al last van oedeem hebben, bijvoorbeeld door hartfalen, zijn hier extra gevoelig voor.

  • Pijn op de borst en hartkloppingen, of juist een trage hartslag.

  • Vaak en veel plassen of pijn bij het plassen.

    Als u hier veel last van heeft, overleg dan met uw arts. Bij bloed in de urine moet u uw arts waarschuwen.

  • Zweten, blozen, warmtegevoel of opvliegers.

  • Huiduitslag, acne, wondjes, rode huid en sneller last van zonnebrand.

    In zeer zeldzame gevallen komt huiduitslag door overgevoeligheid (zie hierna) .

  • Overgevoeligheid. U merkt dat aan huiduitslag, jeuk of galbulten.

    Overleg dan met uw arts.
    Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan zwelling van uw gezicht, mond, lippen en keel. U kunt hierdoor benauwd worden.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan vooral op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Of u krijgt een ernstige huidaandoening met koorts en zwelling van de lymfeklieren.
    Ga in deze gevallen onmiddellijk naar een arts of Eerste-hulpdienst.
    Als u overgevoelig bent, mag u dit soort medicijnen in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan uw apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik fosaprepitant gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • De anticonceptiepil. Fosaprepitant vermindert de betrouwbaarheid van de pil. Hierdoor heeft u meer kans dat u toch zwanger wordt. Mogelijk vervangt uw arts fosaprepitant door een ander medicijn. Of misschien krijgt u een ander anticonceptiemiddel, zoals een spiraaltje of de prikpil. Als dit niet mogelijk is, kunt u condooms gebruiken. Als u stopt met fosaprepitant is het effect op de hormonen nog 4 weken aanwezig. Gebruik daarom condooms tijdens en tot en met 4 weken na het stoppen van fosaprepitant.
    Let op: ook de vaginale ring en de anticonceptiepleister worden door fosaprepitant minder betrouwbaar. Overleg hierover met uw arts.
  • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Fosaprepitant kan de werking van de bloedverdunner verminderen. Vertel de trombosedienst dat u fosaprepitant gebruikt of heeft gebruikt.

De volgende medicijnen zorgen ervoor dat fosaprepitant minder goed werkt. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op fosaprepitant weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.
  • Enzalutamide, een medicijn tegen prostaatkanker.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Duizeligheid, slaperigheid en wazig zien komen zelden voor bij dit medicijn. Neem dan geen deel aan het verkeer.

alcohol drinken?
Heeft u last van uw maag of darmen, zoals brandend maagzuur door fosaprepitant? Drink dan geen alcohol.

alles eten?
Bij dit medicijn mag u alles eten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico's van dit medicijn zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Mogelijk kunt u een ander medicijn gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u een ander medicijn gebruiken dat wel veilig is.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
U krijgt dit medicijn als infuus een half uur voordat u met de chemotherapie begint. Na de chemotherapie krijgt u nog 2 of 3 dagen een extra medicijn tegen misselijkheid. Meestal ondansetron en dexamethason.

Terug naar overzicht