Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet fenprocoumon en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik fenprocoumon gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
fenprocoumon
Fenprocoumon is een antistollingsmiddel.
Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte of TIA en bij hartritmestoornissen.
Wat doet fenprocoumon en waarbij gebruik ik het?
Hartinfarct (hartaanval)
Bij een hartinfarct krijgt een deel van het hart niet voldoende bloed. Meestal komt dit door een bloedstolsel in één van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien. Het bloedvat raakt verstopt, waardoor een deel van het hart te weinig bloed krijgt. Dat deel van het hart raakt beschadigd en kan niet meer optimaal werken.
Voorkomen van een tweede hartinfarct
Artsen schrijven soms fenprocoumon voor om een tweede hartinfarct te voorkomen. Fenprocoumon remt de vorming van bloedstolsels, zodat niet zo snel opnieuw een bloedvat verstopt kan raken.
Effect
Van deze preventieve werking merkt u zelf niets, het effect is alleen meetbaar via bloedonderzoek. De trombosedienst prikt daarom regelmatig uw bloed en stelt aan de hand van de resultaten een doseringsadvies voor u op.
De eerste tablet heeft pas na één tot twee dagen effect. Na twee tot drie dagen gebruik is het effect maximaal. Een dosis werkt minimaal 24 uur.
Consequent gebruiken
Het lichaam maakt voortdurend nieuwe bloedcellen aan die weer kunnen samenklonteren. Daarom is het van belang dat u dit middel elke dag inneemt. Zo remt u constant het ontstaan van bloedstolsels en verkleint u de kans op ernstige hart en vaatproblemen.
Beroerte
Beroerte is een verzamelnaam voor TIA (voorbijgaande lichte beroerte), herseninfarct en hersenbloeding.
De oorzaak is een afsluiting van een bloedvat (bij een TIA of een herseninfarct) of een bloeding (bij een hersenbloeding) in de hersenen.
Oorzaak
Bij een beroerte door een herseninfarct is door een bloedstolsel een ader in de hersenen afgesloten. Hierdoor krijgt een deel van de hersenen niet voldoende zuurstof. Wanneer deze situatie te lang blijft bestaan, sterft dat deel van de hersenen af.
Voorkomen van een beroerte
Om een tweede beroerte te voorkomen, wordt soms fenprocoumon gebruikt. Fenprocoumon remt de vorming van bloedstolsels, zodat de bloedvaten niet zo snel opnieuw verstopt kunnen raken.
Effect
Van deze preventieve werking merkt u zelf niets, het effect is alleen meetbaar via bloedonderzoek. De trombosedienst prikt daarom regelmatig uw bloed en stelt aan de hand van de resultaten een doseringsadvies voor u op.
De eerste tablet heeft pas na één tot twee dagen effect. Na twee tot drie dagen gebruik is het effect maximaal. Een dosis werkt minimaal 24 uur.
Consequent gebruiken
Het lichaam maakt voortdurend nieuwe bloedcellen aan die weer kunnen samenklonteren. Daarom is het van belang dat u dit middel elke dag inneemt. Zo remt u constant het ontstaan van bloedstolsels en verkleint u de kans op ernstige hart en vaatproblemen.
TIA (voorbijgaande lichte beroerte)
TIA is een afkorting van de Engelse term `transient ischaemic attack`. Bij een TIA heeft een bloedstolseltje de bloedtoevoer naar een klein deel van de hersenen korte tijd afgesloten. Dat gedeelte van de hersenen krijgt daardoor tijdelijk geen zuurstof.
Verschijnselen
Gedurende enkele minuten treden dan één of meer van de volgende verschijnselen op: verlammingen in het gezicht (bijvoorbeeld een scheve mond), verward spreken en denken, verlammingen aan een arm of been, minder goed zien, tintelingen, duizeligheid en sufheid. De verschijnselen duren kort en gaan weer helemaal over. Een TIA kan echter wel een voorbode zijn voor een beroerte (herseninfarct).
Voorkomen van een beroerte of tweede TIA
Om een tweede TIA of een beroerte te voorkomen wordt soms fenprocoumon gebruikt. Het vermindert de vorming van bloedstolsels.
Effect
Van de werking van fenprocoumon merkt u zelf niets, het effect is alleen meetbaar via bloedonderzoek. De trombosedienst prikt daarom regelmatig uw bloed en stelt aan de hand van de resultaten een doseringsadvies voor u op.
De eerste tablet heeft pas na één tot twee dagen effect. Na twee tot drie dagen gebruik is het effect maximaal. Een dosis werkt minimaal 24 uur.
Consequent gebruiken
Het lichaam maakt voortdurend nieuwe bloedcellen aan die weer kunnen samenklonteren. Daarom is het van belang dat u dit middel elke dag inneemt. Zo remt u constant het ontstaan van bloedstolsels en verkleint u de kans op ernstige hart en vaatproblemen.
Hartritmestoornissen
Bij sommige hartritmestoornissen is er een kans dat er na enige tijd stolsels ontstaan in het hart. Als deze hartritmestoornis langer duurt, is daarom vaak een bloedverdunner nodig, zoals fenprocoumon.
Werking
Fenprocoumon remt de vorming van bloedstolsels.
Effect
Van de werking merkt u zelf niets, het effect is alleen meetbaar via bloedonderzoek. De trombosedienst prikt daarom regelmatig uw bloed en stelt aan de hand van de resultaten een doseringsadvies voor u op.
De eerste tablet heeft pas na één tot twee dagen effect. Na twee tot drie dagen gebruik is het effect maximaal. Een dosis werkt minimaal 24 uur.
Consequent gebruiken
Het lichaam maakt voortdurend nieuwe bloedcellen aan die weer kunnen samenklonteren. Daarom is het van belang dat u dit middel elke dag inneemt. Zo remt u constant het ontstaan van bloedstolsels en verkleint u de kans op ernstige hart en vaatproblemen.
Trombosebeen
Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit, spreken we van een trombosebeen.
Bij een trombosebeen kan het bloed minder goed stromen en krijgt het been te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. Uw onderbeen kan dan dik, rood en pijnlijk zijn.
Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo'n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren die verderop een bloedvat in het been afsluiten.
Werking
Fenprocoumon voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van fenprocoumon voelt u zelf niets.
Iedere dag gebruiken
Het lichaam maakt steeds weer nieuwe bloedcellen aan die kunnen samenklonteren. Daarom is het belangrijk dat u fenprocoumon elke dag inneemt. Zo remt u het ontstaan van bloedstolsels en is de kans op een trombosebeen kleiner.
Longembolie
Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in de longen afsluit, spreken we van een longembolie.
Bij een longembolie kan het bloed minder goed stromen en krijgen de longen te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. U gaat dan sneller ademen en heeft pijn met ademen. Ook kan het zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.
Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo'n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren, die verderop een bloedvat in de longen afsluiten.
Werking
Fenprocoumon voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van fenprocoumon voelt u zelf niets.
Iedere dag gebruiken
Het lichaam maakt steeds weer nieuwe bloedcellen aan die kunnen samenklonteren. Daarom is het belangrijk dat u fenprocoumon elke dag inneemt. Zo remt u het ontstaan van bloedstolsels en is de kans op een longembolie kleiner.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
U kunt gemakkelijk bloeduitstortingen en blauwe plekken krijgen, ook zonder dat u zich (hard) stoot.
Dit komt doordat het bloed langzamer stolt en het dus langer duurt voordat een onderhuidse beschadiging stopt met bloeden.
Omdat dit middel uw bloedstolling remt, kan het bij bijvoorbeeld operaties problemen geven, bijvoorbeeld na het trekken van tanden of kiezen; meld daarom bij elk bezoek aan de tandarts dat u dit middel gebruikt.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Inwendige bloedingen zijn mogelijk. U merkt dat aan een roze of bruine verkleuring van de urine of een zwarte verkleuring van de ontlasting.
Als u dit merkt, moet u direct het gebruik staken en contact opnemen met uw arts.
Heeft u een bloedstollingsziekte? Dan heeft u meer kans op bloedingen.
Overleg met uw arts of apotheker voor u dit medicijn gaat gebruiken.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merkt u aan allergische huidreacties.
Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. Geef aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor fenprocoumon. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het middel niet opnieuw krijgt.
Haarverlies (tijdelijk), koorts en maagdarmklachten (misselijkheid, braken, diarree, buikkrampen).
Mensen met een maag- of darmzweer, slokdarmontsteking door opkomend maagzuur of maagbloeding mogen dit middel niet gebruiken.
De zweer kan gaan bloeden en de bloeding stopt dan slecht. Heeft u een van deze klachten in het verleden gehad? Overleg dan met uw arts. Meestal schrijft de arts een maagbeschermend middel voor, zoals omeprazol.
Hersenbloeding. U merkt dit aan uitvalsverschijnselen. Dit zijn verlamming in het gezicht, zoals een scheef hangende mond, warrig spreken, verlamming van het lichaam, verdoofd gevoel in arm of been, tintelingen, ernstige hoofdpijn, dubbel zien, slechter zien en duizeligheid.
Heeft u al eerder een hersenbloeding gehad? U heeft dan meer kans op een hersenbloeding.Bespreek met uw arts of dit medicijn voor u geschikt is. Neem bovendien direct contact op met uw arts als u uitvalsverschijnselen heeft.
Voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd is een extra waarschuwing op zijn plaats: dit middel kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind, vooral de eerste drie maanden van de zwangerschap. Zorg dus voor goede anticonceptie.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik fenprocoumon gebruiken met andere medicijnen?
Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.
De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.
- De ontstekingsremmende pijnstillers fenylbutazon en piroxicam mag u NIET gebruiken. De overige ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, naproxen en ketoprofen verhogen de kans op bloedingen in maag en darmen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Gaat u deze combinatie wel gebruiken, meld dat dan altijd aan de trombosedienst.
- Salicylaten, zoals acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium. Gebruik doseringen hoger dan 300 mg per dag NIET. Bij doseringen van 300 mg per dag of minder: Overleg met uw arts.
- Bepaalde bijnierschorshormonen (corticosteroïden) om in te nemen of als injectie, zoals cortison, dexamethason, hydrocortison, methylprednisolon, prednisolon, prednison en triamcinolon. Gebruikt u een hoge dosering van deze medicijnen? Dan kan de werking van fenprocoumon toenemen. Overleg hierover met uw arts. Meld het aan de trombosedienst als u deze medicijnen gaat gebruiken en als u ermee stopt.
- Noscapine, een hoestmiddel. De werking van fenprocoumon neemt toe. Meld het aan de trombosedienst als u noscapine gaat gebruiken en als u ermee stopt.
- Het antibioticum co-trimoxazol (trimetoprim/sulfamethoxazol). Dit middel mag u waarschijnlijk niet gebruiken. Raadpleeg uw arts. Mogelijk krijgt u een ander antibioticum. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen moet u toch co-trimoxazol gebruiken. In die situatie zal uw arts uw bloed extra laten controleren door de trombosedienst.
- Het antibioticum metronidazol. Gebruik dit middel NIET, behalve als het een eenmalige dosering voor een kuur van een dag betreft.
- De antibiotica rifampicine, rifabutine en rifaximine. De werking van fenprocoumon neemt af. Meld het aan de trombosedienst als u deze medicijnen gaat gebruiken en als u ermee stopt.
- De antischimmelmiddelen miconazol, fluconazol, itraconazol en voriconazol mag u ook niet gebruiken. Van fluconazol mag u wel een kuur van 1 dag gebruiken. Of een kuur van 1 keer per week.
- Door vitamine K neemt de werking af. Dit kan de bedoeling zijn bij een overdosering. Maar gebruik geen extra vitaminepreparaten met vitamine K. Vloeibare voedingspreparaten kunnen ook vitamine K bevatten. Meld dan altijd aan de trombosedienst als u dit gaat gebruiken.
- Metformine, een medicijn tegen diabetes mellitus (suikerziekte). De werking van fenprocoumon kan afnemen. Meld het aan de trombosedienst als u metformine gaat gebruiken of als de dosering is aangepast.
- De cholesterolverlager colestyramine mag u niet gelijktijdig innemen met fenprocoumon, omdat dan de werking van het antistollingsmiddel afneemt. Neem beide middelen met een tussenpoos van vier uur in en meld het gebruik aan de trombosedienst.
- Sommige medicijnen tegen depressie. Deze medicijnen kunnen het effect van fenprocoumon versterken. Meld het aan de trombosedienst als u medicijnen tegen depressie gaat gebruiken of als u gaat stoppen met deze medicijnen.
- Sommige medicijnen tegen epilepsie, zoals carbamazepine en fenobarbital. Het effect van fenprocoumon op de bloedstolling kan afnemen. Meld het aan de trombosedienst als u medicijnen tegen epilepsie gaat gebruiken of als u gaat stoppen met deze medicijnen.
- Bepaalde medicijnen tegen kanker. Het effect van fenprocoumon op de bloedstolling kan afnemen of toenemen. Ook heeft kanker invloed op de bloedstolling. Meld het aan de trombosedienst als u medicijnen tegen kanker gebruikt of hiermee stopt.
- Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
Wanneer u voor één van deze middelen toch een recept krijgt, kan uw apotheker met de arts overleggen over een alternatief. Het is daarvoor wel van belang dat de apotheek weet dat u fenprocoumon gebruikt. Wanneer u niet altijd bij dezelfde apotheek uw medicijnen haalt, is het verstandig dat u dit meldt.
Er is behalve de bovenstaande middelen een groot aantal medicijnen dat u alleen mag gebruiken nadat de trombosedienst hiervan op de hoogte is gesteld. Uw apotheek kan dit voor u doen, zodat de trombosedienst indien nodig de dosering kan aanpassen.
Meld ook aan de trombosedienst als u de behandeling met een van die andere medicijnen stopzet, want ook dat kan de bloedstolling beïnvloeden.
Uw gevoeligheid voor dit middel kan sterk wisselen. De bloedstolling kan in bepaalde situaties ontregeld raken. Bijvoorbeeld ook door het gelijktijdig gebruik van middelen die u zonder recept kunt kopen, denk daarbij ook aan kruidenmiddelen of vitaminepreparaten. Vraag bij aanschaf van medicijnen zonder recept altijd uw apotheker of deze de werking van uw bloedverdunner kunnen beïnvloeden.
Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
autorijden?
U kunt autorijden met dit geneesmiddel.
alcohol drinken?
Alcohol in grote hoeveelheden versterkt het effect van fenprocoumon. Hierdoor duurt het langer voor een wondje stopt met bloeden. Bij grote (inwendige) bloedingen is dit gevaarlijk. Drink liever geen alcohol of hooguit 1 glas per dag.
alles eten?
U mag alles eten. Bepaalde levensmiddelen met veel vitamine K kunnen echter de werking van dit middel verminderen. Dit zijn bijvoorbeeld andijvie, spinazie, groene kool, broccoli en sla. Wees matig met gebruik van dergelijke levensmiddelen.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Dit medicijn is slecht voor de baby. Vooral in sommige periodes van de zwangerschap is het risico op schadelijke effect bij de baby en bij u het grootst.
Tijdens de eerste 3 maanden van de zwangerschap (1e trimester) kan het miskramen en aangeboren afwijkingen veroorzaken. Ook gebruik na het 1e trimester geeft een hoger risico op afwijkingen bij de baby. Zoals oogafwijkingen, gehoorschade en groeivertraging. Gebruik tijdens de laatste maand van de zwangerschap kan bloedingen veroorzaken bij de moeder en de baby.
Gebruikt u dit medicijn? Overleg dan met uw arts of apotheker. In veel gevallen kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Dit is niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld bij vrouwen met een hartklepprothese.
Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht, maar is niet schadelijk voor het kind.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of op het schema dat u van de trombosedienst krijgt.
Hoe?
U kunt de tabletten zowel voor, tijdens als na het eten innemen. Voedsel heeft nauwelijks invloed op de opname in het lichaam. Neem de tabletten zonder te kauwen in met wat vloeistof. Zo voorkomt u dat dit medicijn tussen de tanden en kiezen achterblijft en daardoor niet wordt opgenomen in uw lichaam.
Wanneer?
Slik het medicijn elke dag aan het eind van de middag of begin van de avond. Zo kunt u eventuele wijzigingen in de dosering door de trombosedienst nog dezelfde dag opvolgen.
Hoe lang?
Dit hangt af van uw situatie. In acute situaties duurt de behandeling anderhalf tot drie maanden. Maar het kan ook jaren zijn, soms zelfs levenslang. Blijft u het dus trouw gebruiken, zolang uw arts het nodig vindt. Zonder dit middel loopt u de kans dat uw bloed (weer) te dik wordt of dat er stolsels ontstaan die de kleine bloedvaten kunnen afsluiten.