Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

ethosuximide

Ethosuximide beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

Artsen schrijven het voor bij een bepaalde vorm van epilepsie, namelijk bij korte aanvallen van afwezigheid (absences).

Wat doet ethosuximide en waarbij gebruik ik het?

Epilepsie

Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen is sprake van epileptische aanvallen, waarbij men het bewustzijn verliest en de spieren hevig verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is men alleen een paar seconden afwezig; dit noemt men absences. Deze absences kunnen 10 tot 100 keer per dag voorkomen.

Oorzaak
Bij een aanval van epilepsie verloopt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.

Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan, maar begint meestal op de kinderleeftijd.

Behandeling
Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn volgt uw arts meestal een schema, waarbij medicijnen in een vaste volgorde worden uitgeprobeerd. Ethosuximide wordt gebruikt als eerste-keusmedicijn bij absences.

Werking
Ethosuximide beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren. Hierdoor helpt het bepaalde epilepsieaanvallen te voorkomen. Het werkt voornamelijk tegen absences.

Effect
Dit medicijn werkt niet bij iedereen. Na enkele weken zal duidelijk zijn of het voldoende werkt. U merkt dat doordat de absences minder vaak optreden en minder heftig zijn of helemaal verdwijnen.

Lees meer over epilepsie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Om de kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling te verkleinen, moet u starten met een lage dosering. De dosering wordt daarna geleidelijk opgebouwd.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en braken.

    U kunt dit voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen.

  • Hoofdpijn, duizeligheid

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Slaperigheid

    Dit gaat meestal over als u een week lang dezelfde dosering gebruikt. Uw lichaam went er dan aan. Maar zolang de dosering nog wordt opgebouwd, kunt u last hebben van deze bijwerking.
    Voorkom ongelukken bij activiteiten thuis, op het werk en in het verkeer. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleert

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Psychische klachten, zoals opgewonden gedrag of andere gedragsstoornissen. Zeer zelden verwardheid of hallucinaties.

    Overleg met uw arts, als u dit merkt.

  • Bloedafwijkingen. U merkt dit aan onverklaarbare vermoeidheid, een bleke huid, infecties die niet overgaan, keelpijn, blaasjes in de mond, blauwe plekken of bloedneuzen.

     

    Heeft u een van deze verschijnselen? Waarschuw dan uw arts.

  • Als u acute porfyrie heeft, een stofwisselingsziekte waarbij men aanvallen krijgt van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen: dit medicijn kan een aanval uitlokken.

    Geef aan de apotheker door dat u acute porfyrie heeft. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. Raadpleeg dan uw arts.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Ook kan een ernstige overgevoeligheidsreactie optreden met koorts en gezwollen lymfeklieren. In deze gevallen moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.

    Als u overgevoelig bent voor ethosuximide mag u het niet meer gebruiken. Geef dit aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik ethosuximide gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd zeker geen auto als u twee of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Heeft uw arts bepaald dat u met uw aandoening mag autorijden? Doe dat dan alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen van ethosuximide, zoals slaperigheid, duizeligheid en verwardheid. Door deze bijwerkingen kan het gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. U mag daarom in elk geval de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u gedurende 1 week dezelfde dosering gebruikt heeft, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als uw arts daarvoor toestemming heeft gegeven én als u geen last meer heeft van de bijwerkingen van ethosuximide.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u niets van deze bijwerking heeft gemerkt, kunt u door het gebruik van alcohol wel suf worden en kan uw coördinatie- en beoordelingsvermogen afnemen.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Bespreek met uw arts uw kinderwens, voordat u zwanger bent. Bent u al zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Maar een epilepsieaanval kan ook schadelijk voor de baby zijn. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Tijdens de zwangerschap kan de hoeveelheid van dit medicijn in uw bloed lager worden. Hierdoor kan dit medicijn minder goed werken. Het kan zijn dat uw arts de dosering aanpast.

Gebruik in elk geval foliumzuur vanaf 1 maand voor het moment dat u zwanger wilt worden. Tot en met week 10 van de zwangerschap. Dit verkleint het risico op aangeboren afwijkingen.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het kan dan bijwerkingen bij het kind geven. Dit merkt u doordat de baby suf wordt, minder goed drinkt of huiduitslag krijgt.
Als uw arts vindt dat u borstvoeding kunt geven: let dan goed op deze bijwerkingen. Ook zal de arts de leverfunctie van uw baby controleren.
Gebruikt u een combinatie van epilepsiemiddelen? Geef dan geen borstvoeding. Combinaties van epilepsiemiddelen verhogen het risico op bijwerkingen bij de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Capsules: slik de capsules heel door, zonder te kauwen, met een half glas water.

Drank: meet de juiste hoeveelheid af met een maatbeker of doseerspuit. Slik de drank door. U mag de drank ook mengen met wat water en daarna doorslikken.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Als u het 1 keer per dag gebruikt: bij voorkeur ’s avonds bij de maaltijd. Dan heeft u minder last van slaperigheid overdag. Als u het 2 keer per dag gebruikt: ’s ochtends bij het ontbijt en ’s avonds bij de maaltijd.

Hoelang?
U zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.

Terug naar overzicht