Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

clopidogrel

Clopidogrel is een anti-stollingsmiddel. Het voorkomt dat er bloedstolsels in de bloedvaten ontstaan.

Artsen schrijven het voor na een hartinfarct en bij niet-stabiele angina pectoris (hartkramp). Verder na een beroerte (herseninfarct) en om de kans op trombose te verminderen, bijvoorbeeld bij de hartritmestoornis atriumfibrilleren en bij verminderde bloeddoorstroming in de benen.
Artsen schrijven het soms voor bij stabiele angina pectoris en een lichte beroerte (TIA), als u acetylsalicylzuur in lage dosering niet kunt gebruiken omdat u er overgevoelig voor bent.

Wat doet clopidogrel en waarbij gebruik ik het?

Hartinfarct (hartaanval)

Verschijnselen
De eerste tekenen van een hartinfarct zijn een hevig drukkende of snoerende pijn op de borst. Soms straalt de pijn uit naar de linkerarm of kaken. Vaak bent u ook misselijk, zweterig en klam.

Oorzaak
Een hartinfarct ontstaat door een afsluiting van één of meer van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (de kransslagaders). Hierdoor krijgt een deel van de hartspier te weinig bloed en dus te weinig zuurstof, waardoor het afsterft. Omdat dit stukje van de hartspier niet meer werkt, kan het hart minder krachtig pompen. U kunt dan verschijnselen van hartfalen krijgen, zoals moeheid, kortademigheid en dikke enkels.

Behandeling
De verstopping van de kransslagader wordt meestal opgeheven door te ‘dotteren’. Dit is een operatie waarbij met een opblaasbaar ballonnetje het bloedvat van binnenuit wordt opgerekt. Meestal wordt er ook een kokertje (stent) geplaatst, die ervoor zorgt dat de wanden van het bloedvat opgerekt blijven. Na deze ingreep schrijft de arts ook medicijnen voor om bloedstolsels te voorkomen. Bloedstolsels kunnen namelijk het bloedvat of de stent weer verstoppen en zo een nieuw hartinfarct veroorzaken. Ook kunnen ze via de bloedstroom ergens anders een verstopping geven, zoals in de hersenen (beroerte) of in de longen (longembolie). Een van de medicijnen die artsen hierbij voorschrijven is clopidogrel, samen met acetylsalicylzuur in lage dosering. 

Ook als u geen hartinfarct hebt gehad, maar er wel tekenen zijn dat het kan gebeuren (dreigend hartinfarct), schrijft de u arts een antistollingsmiddel voor, zoals acetylsalicylzuur in een lage dosering (kinderaspirine), of clopidogrel.
Clopidogrel wordt ook gebruikt na bypass-operaties.  

Werking
Clopidogrel remt de vorming van bloedstolsels en vermindert zo de kans dat een bloedvat afgesloten raakt. De werking begint direct na inname. Na enkele dagen is het effect optimaal.

Het is belangrijk dit medicijn elke dag in te nemen. Zo remt u constant het ontstaan van bloedstolsels en verkleint u de kans op een (nieuw) hartinfarct.

Lees meer over hartinfarct (hartaanval) . “

Beroerte

Beroerte is een verzamelnaam voor TIA (voorbijgaande lichte beroerte), herseninfarct en hersenbloeding.
De oorzaak is een afsluiting van een bloedvat (bij een TIA of een herseninfarct) of een bloeding (bij een hersenbloeding) in de hersenen.

Oorzaak
Bij een beroerte door een herseninfarct is een ader in de hersenen afgesloten door een bloedstolsel. Hierdoor krijgt een deel van de hersenen niet voldoende zuurstof. Wanneer deze situatie te lang blijft bestaan, sterft dat deel van de hersenen af.

Een beroerte voorkomen 
Artsen schrijven clopidogrel voor om een tweede beroerte te voorkomen. Het wordt gebruikt als mensen acetylsalicylzuur niet kunnen gebruiken, omdat ze daar allergisch voor zijn.
Clopidogrel remt de vorming van bloedstolsels zodat de bloedvaten niet opnieuw verstopt raken.

Effect
De werking begint direct na inname. Na enkele dagen is het effect optimaal.

Het is belangrijk  dit medicijn elke dag  in te nemen. Zo remt u constant het ontstaan van bloedstolsels en verkleint u de kans op een nieuwe beroerte.

Lees meer over beroerte . “

Angina pectoris

Clopidogrel wordt gebruikt bij ‘niet-stabiele’ angina pectoris (een bepaalde vorm van hartkramp) en soms ook bij stabiele angina pectoris.

Verschijnselen
Angina pectoris is een hartaandoening met aanvallen van pijn of een beklemmend gevoel op de borst. Deze pijn kan uitstralen naar de arm, kaak, hals of schouder.

Bij stabiele angina pectoris ontstaat de pijn meestal op momenten dat het hart harder moet gaan werken, bijvoorbeeld bij inspanning of emoties. Bij niet-stabiele angina pectoris is dit anders. Daarbij ontstaan de klachten op willekeurige momenten, zonder dat daar een specifieke aanleiding voor is.

Oorzaak
De belangrijkste oorzaak van angina pectoris is een vernauwing van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (de kransslagaders). Hierdoor komt er minder bloed naar de hartspier, dus ook minder zuurstof. Dit zuurstofgebrek veroorzaakt de klachten.

Behandeling
Bij niet-stabiele angina pectoris zal de arts eerst het medicijn ‘nitraat voor onder de tong’ voorschrijven, om te kijken of de pijn op de borst weggaat. Helpt dit onvoldoende dan volgt meestal een dotter- of stentbehandeling. Er is dan namelijk een grotere kans op een hartinfarct. Lees meer over de dotter- of stentbehandeling hierboven bij hartinfarct.

Bij stabiele angina pectoris zal de arts medicijnen voorschrijven om het hart te ontlasten, zoals bètablokkers of calciumblokkers. Daarnaast zal de arts vaak ook acetylsalicylzuur in een lage dosering voorschrijven om stolsels in het bloed te voorkomen. Als u allergisch bent voor acetylsalicylzuur, kan de arts in dat geval clopidogrel voorschrijven.

Lees meer over angina pectoris . “

TIA (voorbijgaande lichte beroerte)

TIA is een afkorting van de Engelse term `transient ischaemic attack`. Bij een TIA heeft een bloedstolsel de bloedtoevoer naar een klein deel van de hersenen korte tijd afgesloten. Dat gedeelte krijgt daardoor tijdelijk geen zuurstof. U heeft dan kortdurend verschijnselen die lijken op een beroerte, zoals verlammingen in het gezicht (bijvoorbeeld een scheve mond) of verward spreken. De verschijnselen gaan weer snel helemaal over.

Een TIA kan een voorbode zijn voor een beroerte (herseninfarct). Daarom schrijft de arts meestal een antistollingsmedicijn voor om stolsels te voorkomen, zoals acetylsalicylzuur in lage dosering. Als u allergisch bent voor acetylsalicylzuur, kan de arts clopidogrel voorschrijven.

Lees meer over tia (voorbijgaande lichte beroerte) . “

Trombosebeen

Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit, spreken we van een trombosebeen.
Bij een trombosebeen kan het bloed minder goed stromen en krijgt het been te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. Uw onderbeen kan dan dik, rood en pijnlijk zijn.

Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo`n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren die  verderop een bloedvat in het been afsluiten.

Werking
Clopidogrel voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van clopidogrel voelt u zelf niets.
Als u begint met clopidogrel, voorkomt clopidogrel meteen de vorming van bloedstolsels.

Iedere dag gebruiken
Het lichaam maakt steeds weer nieuwe bloedcellen aan die kunnen samenklonteren. Daarom is het belangrijk dat u clopidogrel elke dag inneemt. Zo remt u het ontstaan van bloedstolsels en is de kans op een trombosebeen kleiner.

Lees meer over trombosebeen . “

Longembolie

Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in de longen afsluit, spreken we van een longembolie.
Bij een longembolie kan het bloed minder goed stromen en krijgen de longen te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. U gaat dan sneller ademen en heeft pijn met ademen. Ook kan het zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.

Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo`n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren, die verderop een bloedvat in de longen afsluiten.

Werking
Clopidogrel voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van clopidogrel voelt u zelf niets.
Als u begint met clopidogrel, voorkomt clopidogrel meteen de vorming van bloedstolsels.

Iedere dag gebruiken
Het lichaam maakt steeds weer nieuwe bloedcellen aan die kunnen samenklonteren. Daarom is het belangrijk dat u clopidogrel elke dag inneemt. Zo remt u het ontstaan van bloedstolsels en is de kans op een longembolie kleiner.

Lees meer over longembolie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Bloedingen in de maag of darmen, bloedneuzen en bloedend tandvlees. Zeer zelden bloed in de urine, ophoesten van bloed, bloeding in het oog. Ook kunt u bij stoten sneller een blauwe plek krijgen. Doordat u clopidogrel gebruikt, duurt het langer voordat een bloeding stopt.

    Waarschuw bij bloedingen direct een arts.
    Sommige bloedingen zijn niet duidelijk zichtbaar of merkbaar. Waarschuw daarom ook uw arts bij zeer donkere ontlasting of bij een bruine of rode kleur van de urine.
    Bij bepaalde operaties is het nodig dat u een week van tevoren stopt met dit medicijn. Meld daarom altijd aan uw arts dat u dit medicijn gebruikt en overleg of u van tevoren moet stoppen.

  • Heeft u een bloedstollingsziekte, zoals hemofilie? U heeft dan meer kans op bloedingen.

    Overleg met uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken.

  • Maagdarmklachten, zoals buikpijn, diarree of brandend maagzuur. Zeer zelden misselijkheid, winderigheid en verstopping.

  • Heeft u een maag- of darmzweer of heeft u die ooit gehad? U mag dit medicijn alleen gebruiken als u ook een maagbeschermer gebruikt. Overleg hierover met uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid, hoofdpijn en een draaierig gevoel

  • Verwardheid, hallucinaties

  • Smaakveranderingen

  • Spier- of gewrichtspijn

    Neem contact op met uw arts als u merkt dat u hier last van heeft.

  • Huiduitslag en jeuk. In zeldzame gevallen komt dit door overgevoeligheid voor dit medicijn (zie Overgevoeligheid).

  • Minder aanmaak van rode en witte bloedcellen. U merkt dit aan extreme vermoeidheid, bleke huid en slijmvliezen, of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Waarschuw in deze gevallen een arts.

  • Stoornis in de stolling van het bloed. Dit kan komen doordat uw lichaam te weinig bloedplaatjes aanmaakt. U merkt dan dat u snel blauwe plekken krijgt of dat u bloedneuzen krijgt. Waarschuw in dat geval uw arts. In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige bloedstollingsstoornis. U merkt dit aan koorts, bloeduitstortingen onder de huid, die eruit zien als kleine rode puntjes, soms vermoeidheid, verwardheid, gele kleur van uw oogwit en huid. Waarschuw dan direct een arts.

  • Hersenbloeding. U merkt dit aan uitvalsverschijnselen. Uitvalsverschijnselen zijn bijvoorbeeld verlamming in het gezicht (zoals een scheef hangende mond), warrig spreken, verlamming of verdoofd gevoel in een arm of been, tintelingen, ernstige hoofdpijn, dubbel zien, slechter zien en duizeligheid.
    Heeft u al eerder een hersenbloeding gehad? Dan is de kans op een hersenbloeding groter.

     

    Heeft u al eerder een hersenbloeding gehad? Bespreek met uw arts of dit medicijn voor u geschikt is. Neem bovendien direct contact op met uw arts als u uitvalsverschijnselen heeft.

  • Ontsteking van de lever, alvleesklier of nieren. U kunt dit merken aan een plotselingen hevige pijn in uw bovenbuik, een gele kleur van uw oogwit of huid, koorts en bloed in de urine. Waarschuw bij deze verschijnselen een arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. Ook kunt u benauwd worden of zwellingen krijgen van het gezicht, de mond, tong of keel. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening met blaren op de huid ontstaan. Waarschuw altijd direct een arts bij huidafwijkingen of zwellingen, of ga naar de Eerste-hulpdienst.
     

    Als u overgevoelig bent, mag u clopidogrel niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor clopidogrel. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of soortgelijke middelen niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik clopidogrel gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Pijnstillende ontstekingsremmers van het NSAID-type (zoals naproxen, diclofenac en ibuprofen) kunnen de kans op bloedingen in de maag of darmen vergroten. Gebruik deze combinatie alleen op voorschrift van de arts. In sommige gevallen is het nodig ook maagbeschermende medicijnen te gebruiken. Overleg hierover met uw arts.
  • De maagzuurremmers esomeprazol en omeprazol, kunnen de werking van clopidogrel verminderen. Overleg met uw arts. of u de combinatie kunt gebruiken.
  • Repaglinide, een medicijn gebruikt bij diabetes. Clopidogrel kan de werking van repaglinide versterken, waardoor u meer kans heeft op een ‘hypo’. Dit geldt alleen als u al repaglinide gebruikt en u krijgt daar nu clopidogrel bij. Overleg met uw arts als u deze combinatie voorgeschreven heeft gekregen.
  • Selexipag, een medicijn gebruikt bij pulmonale arteriële hypertensie, een ernstige vorm van hoge bloeddruk in de longen. Clopidogrel versterkt de werking en de bijwerkingen van selexipag. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk is een ander medicijn geschikter.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan de arts u een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Besluit u samen met uw arts dat u borstvoeding gaat geven? Let dan goed op mogelijke bijwerkingen bij de baby, zoals blauwe plekken en bloedingen. Als deze bijwerkingen optreden, neem dan contact op met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek. Download het instructieblad slikken van medicijnen.

Hoe?

Tabletten: innemen met een half glas water.

Wanneer?

  • Hartinfarct: u begint met clopidogrel zo snel mogelijk na het hartinfarct.
  • Beroerte: u begint met clopidogrel zo snel mogelijk na de beroerte, zodra duidelijk is dat er geen gevaar is voor een hersenbloeding.
  • Instabiele angina pectoris en andere aandoeningen met trombose: u begint meestal direct met het medicijn. Als u een dotterbehandeling en/of stent krijgt, zult u meestal minstens 15 uur voor de ingreep beginnen.

Tijdstip van innemen: het maakt niet uit wanneer u dit medicijn inneemt. Als u snel last heeft van uw maag, kunt u het beter bij het eten of met wat voedsel innemen.

Hoelang?

Hoe lang u het moet gebruiken hangt af van de aandoening waarvoor u het medicijn gebruikt.

  • Na een hartinfarct en bij instabiele angina pectoris: meestal 12 maanden.
  • Na een dotterbehandeling of stentoperatie: meestal 12 maanden. Bij een bepaald type stent moet u het 1 maand gebruiken.
  • Om een beroerte te voorkomen gebruikt u het meestal levenslang.
Terug naar overzicht