Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet caspofungine en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik caspofungine gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
caspofungine
Caspofungine is een antischimmelmiddel.
Artsen schrijven het voor bij een gistinfectie met Candida. Soms wordt het gebruikt bij infecties met de schimmel Aspergillus.
Wat doet caspofungine en waarbij gebruik ik het?
Schimmel- en gistinfecties
Door een verstoord evenwicht tussen bacteriën, schimmels en gisten kunnen bepaalde schimmel- en gistsoorten beter groeien ten koste van andere. Schimmels en gisten kunnen hierdoor infecties veroorzaken in weefsels en organen. Vooral gevoelig hiervoor zijn mensen met een minder goede weerstand. Zoals hiv- of aidspatiënten, verzwakte ouderen, mensen met kanker of transplantatiepatiënten.
Behandeling
Bij infecties met schimmels of gisten schrijven artsen meestal de schimmelmedicijnen fluconazol of itraconazol voor. Uw arts kan caspofungine voorschrijven als deze medicijnen niet werken. Of bij ernstige infecties met bepaalde schimmels of gisten in weefsels, het bloed of organen. Bijvoorbeeld bij aspergillose, een longinfectie.
Of bij infecties met de Candida-gist van de slokdarm.
Caspofungine wordt ook gebruikt om dit soort infecties te voorkomen. Bijvoorbeeld bij mensen die door een minder goede weerstand, een grote kans op infecties hebben.
Werking
Caspofungine werkt tegen schimmels en gisten waardoor de infectie verdwijnt.
Na een paar dagen tot weken merkt u dat de verschijnselen minder worden. Toch kan het een paar maanden duren totdat u helemaal beter bent. Het is daarom belangrijk dat u de kuur helemaal afmaakt.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, overgeven en diarree. Verder zeer zelden buikpijn, maagklachten en verstopping. Ook kunt u afvallen.
Koorts, rillingen.
Roodheid en jeuk op de huid, huiduitslag en veel zweten.
Stijging van leverfunctiewaarden en zeer zelden een leverziekte.
U kunt een leverziekte merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan een arts
Pijn, ontsteking, roodheid of een brandend gevoel op de plaats van de infuusnaald.
Hoofdpijn, zeer zelden duizelig zijn.
Gewrichtspijn. Zeer zelden rugpijn, pijn in armen en benen, botpijn, spierpijn en zwakke spieren.
Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam. De hoeveelheid calcium, kalium of magnesium kan te laag of juist te hoog worden.
Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig controleren.
Tekorten aan bepaalde bloedcellen.
Waarschuw uw arts bij een of meer van de volgende verschijnselen: onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel of neusbloedingen. Om deze klachten te voorkomen zal uw arts regelmatig uw bloed controleren.
Benauwd zijn
Heeft u hier last van? Raadpleeg dan uw arts.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Vasthouden van vocht. U merkt dit aan dikke enkels of voeten.
Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.
Te veel glucose (suiker) in het bloed. Dit merkt u aan veel dorst en veel plassen.
Angst, in de war zijn, niet goed kunnen slapen en moe zijn.
Zenuwproblemen, trillen.
Heeft u last van een tintelend of doof gevoel in de armen en benen of van een branderige pijn in handen of voeten? Waarschuw meteen uw arts.
De nierwerking gaat achteruit.
Dit merkt u aan minder plassen en donkere urine, hoofdpijn en misselijk zijn. Verder aan vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht. Waarschuw dan een arts.
Oogproblemen. U kunt last hebben van wazig zien, gezwollen oogleden, gele kleur van de ogen en tranende ogen.
Hartritmestoornissen, hartkloppingen, versnelde hartslag, pijn op de borst, hartfalen.
Neem contact op met uw arts als u plotseling last heeft van pijn op de borst.
Te hoge of juist een te lage bloeddruk.
Rood worden van het gezicht (blozen) en opvliegers.
Problemen van de longen. U kunt last hebben van een snelle ademhaling, piepend geluid bij het ademhalen, hoesten en vocht in de longen. Verder van benauwdheid in de nacht, spasmen van de longen en te weinig zuurstof in het lichaam.
Heeft u hier last van? Waarschuw dan uw arts.
Droge mond, afwijkende smaak, moeite met eten, verstopte neus of pijn in neus en keel.
Opgezwollen buik en winderigheid
Overgevoeligheid voor dit medicijn.
Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwdheid, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, keel of tong. Ga dan onmiddellijk naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst. Als u overgevoelig bent mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, ernstige benauwdheid, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, ademhalingsproblemen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst. Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik caspofungine gebruiken met andere medicijnen?
Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.
Caspofungine vermindert de werking van het onderstaande medicijn. Overleg met uw arts voordat u dit medicijn gaat gebruiken.
Uw arts zal u eventueel een ander middel voorschrijven of de hoeveelheid van dit medicijn extra controleren.
- Tacrolimus (medicijn dat de afweer onderdrukt).
De volgende medicijnen zorgen ervoor dat caspofungine minder goed werkt. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op caspofungine weg is.
- carbamazepine en fenytoine (medicijnen tegen epilepsie).
- Het bijnierschorshormoon (corticosteroïden) dexamethason.
- Het antibioticum rifampicine.
- Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
Autorijden, alcohol drinken, alles eten of drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Mogelijk kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.
Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u tijdelijk overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.
Hoe?
U krijgt dit medicijn in het ziekenhuis van uw verpleegkundige of arts. Het infuus duurt 1 uur.
Hoelang?
Hoelang de kuur precies duurt, hangt af van de plaats en de ernst van de infectie.
Ook als u geen last meer heeft van de infectie moet u de kuur afmaken. Dat u geen last meer heeft van de infectie betekent nog niet dat alle schimmels en schimmelsporen zijn verdwenen.
Nadat de gist of de schimmel uit het bloed is verdwenen, moet u daarom meestal nog een tot twee weken met de behandeling doorgaan.