Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

brexpiprazol

Brexpiprazol behoort tot atypische antipsychotica. Het remt in de hersenen het effect van de natuurlijk voorkomende stof dopamine. Hierdoor verminderen de verschijnselen van een psychose.

Artsen schrijven het voor bij psychose en schizofrenie.

Wat doet brexpiprazol en waarbij gebruik ik het?

Psychose

Verschijnselen

Een psychose is een situatie waarbij u ernstig in de war bent. U ervaart dan uzelf en de wereld om u heen anders dan in het echt. U ziet, hoort en voelt dingen die er niet zijn (hallucinaties). Of u gelooft of denkt dingen die niet kloppen (wanen). Psychotische mensen wantrouwen vaak hun omgeving. Hierdoor kunnen zij zich zenuwachtig, opgewonden, onrustig en soms zelfs agressief zijn. Een psychose kan voor de patiënt en de omgeving erg vervelend zijn.

Oorzaken
Psychosen kunnen in verschillende situaties optreden. Bijvoorbeeld bij een geestesziekte zoals schizofrenie, depressie, tijdens een manie bij manische depressie, of bij dementie.
Maar een psychose kan ook optreden bij alcoholontwenning, extreme angst of bij vergiftigingen zoals van alcohol, drugs en sommige medicijnen.

Werking
Brexpiprazol remt in de hersenen het effect van de natuurlijk voorkomende stof dopamine. Hierdoor worden de verschijnselen van een psychose minder. Een tablet werkt binnen een paar uur en blijft ongeveer 24 uur werken.

Lees meer over psychose . “

Schizofrenie

Verschijnselen
Schizofrenie is een geestesziekte met problemen in het denken, het zien en het gevoelsleven. De belangrijkste verschijnselen bij schizofrenie zijn de psychoses en in de war zijn.

Bij een psychose ervaart u uzelf en de wereld om u heen anders dan in het echt. U heeft dan wanen en hallucinaties. Deze verschijnselen zijn ook wel bekend als de ‘positieve verschijnselen’ van schizofrenie.

Mensen met schizofrenie voelen zich vaak ook depressief, angstig, schuldig of gespannen. Hierdoor kunnen zij niet goed voor zichzelf zorgen, moeilijk sociale contacten leggen en zich afsluiten van de buitenwereld. Dit noemen we de ‘negatieve verschijnselen’ van schizofrenie.

Werking en effect
Brexpiprazol remt in de hersenen het effect van de natuurlijk voorkomende stof dopamine. Hierdoor worden de verschijnselen van een psychose minder. Het lijkt te werken bij 7 op de 10 mensen met schizofrenie. Ook werkt het tegen de ‘negatieve verschijnselen’.

Een tablet werkt binnen een paar uur en blijft ongeveer 24 uur werken.

Lees meer over schizofrenie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Verhoogde hoeveelheid prolactine in uw bloed. Prolactine is een hormoon dat ervoor zorgt dat uw borsten melk maken. Hierdoor kunnen uw borsten melk gaan afscheiden (melkvloed), ook bij mannen. Veel vrouwen worden ook tijdelijk niet ongesteld of ze krijgen last van onregelmatige menstruatie.

    Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Bewegingsstoornissen, zoals rusteloosheid en niet stil kunnen zitten (acathisie). Zeer zelden plotselinge spiertrekkingen in uw hoofd, mond of gezicht (dystonie) en stijve spieren. Ouderen, mensen met de ziekte van Parkinson en mensen die al bewegingsstoornissen hebben zijn extra gevoelig voor deze bijwerking. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.

    Sommige bewegingsstoornissen beginnen binnen een paar dagen nadat u dit medicijn voor het eerst gebruikt of na een dosisverhoging. Het kan ook na langdurig gebruik ontstaan, of pas na stoppen. Soms verdwijnt het binnen een paar dagen.

    Overleg met uw arts als u bewegingsstoornissen merkt. Soms kan uw arts de dosering verlagen of u een ander medicijn voorschrijven waar u minder last van krijgt. Ook zijn medicijnen mogelijk die de bewegingsstoornissen tegengaan.

    Zelden ontstaan 'late bewegingsstoornissen' (tardieve dyskinesie) U merkt ze in eerste instantie aan zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong en grimassen en tics van het gezicht. Of aan buig- en strekbewegingen van vingers en tenen, dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken.

    Als deze bijwerkingen ontstaan is dat meestal na langdurig gebruik (meerdere maanden). Soms komen ze pas aan het licht als u met dit medicijn bent gestopt. Na stoppen nemen de verschijnselen na verloop van tijd af, maar bij een deel van de mensen gaat deze bijwerking niet meer helemaal over.

    Raadpleeg uw arts als u de ziekte van Parkinson heeft of als u al een bewegingsstoornis heeft. De verschijnselen kunnen door dit medicijn verergeren. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.

  • Gewichtstoename

    De gewichtstoename komt door een veranderde stofwisseling en doordat u meer eetlust kunt hebben. Daarom is het belangrijk minder te eten dan u zou lusten. Dat is voor veel mensen erg moeilijk. Raadpleeg uw arts of een diëtist als u hier veel last van heeft.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, buikpijn en diarree. Zeer zelden meer winden laten.

    Deze bijwerkingen treden vooral in het begin van de behandeling op. Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden, neem dan contact op met uw arts.

  • Duizeligheid, suf

    Dit is meestal binnen enkele dagen tot weken. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts.

  • Rugpijn, pijn in de armen of benen. Zeer zelden spierpijn.

  • Huiduitslag

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hoesten

  • Droge mond, droge ogen en wazig zien. Vooral mensen met het syndroom van Sjögren kunnen meer klachten krijgen. Dit is een ziekte waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal.

    Dit medicijn zorgt ervoor dat uw lichaam minder traanvocht en speeksel maakt. Heeft u veel last van een droge mond? Kauw dan op een (suikervrije) kauwgom of zuig op ijsblokjes. Hierdoor maakt uw mond meer speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond.

  • Meer kans op gaatjes in uw gebit.

    U heeft meer kans op gaatjes in uw gebit. Poets en flos daarom extra goed. Ook kunt u vaker uw gebit laten controleren door uw tandarts.

  • Moeite met plassen of achterblijven van plas in uw blaas. Duurt het even voordat uw plas komt of is uw plasstraal zwakker dan normaal? Raadpleeg dan uw arts.

    Deze klachten worden erger bij een vergrote prostaat. Door achterblijven van plas in uw blaas heeft u ook meer kans op blaasontsteking. Neem contact op met uw arts als u als u problemen krijgt met plassen.

  • Te veel cholesterol en andere vetten in uw bloed. 

    Deze kunnen blijven plakken aan de bloedvaten, waardoor trombose kan ontstaan (zie bij Zeer zelden). Uw arts zal elk jaar uw cholesterol en/of vetgehalte controleren. In het eerste jaar van de behandeling vaker.Heeft u al een te hoog cholesterol en/of vetgehalte in uw bloed? Dan zal uw arts u daar extra op controleren.

  • Meer kans op vorming van bloedprop in de bloedbaan (trombose). 

    De kans hierop is het grootst in de eerste 3 maanden van het gebruik van dit medicijn. Een bloedprop vergroot de kans op vaatziektes, zoals een trombosebeen of beroerte. De verschijnselen van trombose kunnen zijn pijnlijke zwelling van het been of plotselinge kortademigheid. Heeft u deze verschijnselen? Waarschuw dan direct uw arts.

  • Mensen met diabetes (suikerziekte) moeten vaker hun bloedsuiker controleren.

    Dit medicijn kan de hoeveelheid suiker in het bloed verhogen. Raadpleeg uw arts als u ongewoon veel dorst heeft en veel moet plassen.

  • Epileptische aanvallen.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt.

    Neem contact met uw arts als u deze bijwerkingen heeft.

  •  

    Zelfverwonding, gedachten aan zelfmoord

    Neem contact op met uw arts als u deze verschijnselen heeft.

  •  

    Moeite met eerst nadenken voordat u dingen doet (impulsief gedrag).

  •  

    Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan galbulten of jeuk.

    In zeldzame gevallen kunt u benauwd of duizelig worden, flauwvallen of koorts krijgen. Of u kunt zwellingen krijgen in het gezicht, de lippen, mond en keel, waarbij u erg benauwd wordt. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een ernstige huidaandoening met blaren op de huid. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.

    Als u overgevoelig bent voor brexpiprazol, mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik brexpiprazol gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De volgende medicijnen zorgen ervoor dat brexpiprazol minder goed werkt. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op brexpiprazol weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen schrijven artsen ook voor bij zenuwpijn en manische depressie.
  • Het medicijn tegen kanker enzalutamide.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.
  • Sommige medicijnen tegen hiv (virus dat aids veroorzaakt). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Onderstaande medicijnen kunnen de bijwerkingen van brexpiprazol sterker maken. Gebruik deze liever niet samen. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt of moet gaan gebruiken.

  • Sommige medicijnen tegen depressie, fluoxetine, paroxetine en bupropion. Bupropion wordt ook gebruikt bij het stoppen met roken.
  • Kinidine, een medicijn bij hartritmestoornissen.
  • Cinacalcet, een medicijn bij bijschildklierziekten.
  • De antibiotica, claritromycine en erytromycine.
  • De medicijnen tegen schimmelinfecties, itraconazol, posaconazol, terbinafine en voriconazol.
  • Ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing.
  • Sommige medicijnen tegen hiv (virus dat aids veroorzaakt). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals suf en duizelig zijn.

U mag de eerste 2 weken dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 2 weken dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Na 2 weken dezelfde dosering gebruiken, zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: ook schizofrenie kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Drink minder alcohol of drink liever geen alcohol als u dit medicijn gebruikt. Alcohol kan de bijwerkingen van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf en slaperig worden.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt.

Soms kan het niet behandelen van uw ziekte kan ook slecht zijn voor u en voorde baby. Een psychose tijdens de zwangerschap kan ernstige gevolgen hebben voor moeder en kind. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Wel is bekend dat bij gebruik tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester) na de geboorte bewegingsstoornissen en ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan bij de baby. Dit merkt u doordat de baby bijvoorbeeld prikkelbaar is, trilt, slecht drinkt en hard huilt.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan uw arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
Neem de tablet met een half glas water.

Wanneer?
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Dit kan met of zonder eten. Het beste kunt u vaste tijden kiezen, dan vergeet u minder snel een tablet. Bijvoorbeeld ’s ochtends.

Hoelang?
Is de psychotische periode voorbij? Dan zult u dit medicijn meestal nog lange tijd moeten gebruiken om een nieuwe psychose te voorkomen. Uw arts zal de dosering in die periode meestal verlagen.

  • Heeft u voor het eerst een psychose gehad? Dan moet u dit medicijn meestal nog tot 1 of 2 jaar na uw herstel gebruiken. Daarna kunt u in overleg met uw arts proberen te stoppen. Alleen in speciale gevallen, als u erg snel geen klachten meer hebt, kunt u proberen een half jaar na herstel te stoppen. Dit moet wel onder goede begeleiding en de kans op terugval is dan nog steeds groter.
  • Heeft u al eerder een psychose gehad? Dan moet u meestal de rest van uw leven een antipsychoticum blijven gebruiken.
Terug naar overzicht