Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

amantadine

Amantadine is een medicijn tegen de ziekte van Parkinson.

Artsen schrijven het voor bij de ziekte van Parkinson en bij bewegingsstoornissen door medicijnen.

Wat doet amantadine en waarbij gebruik ik het?

Ziekte van Parkinson

Bij de ziekte van Parkinson kunnen de hersenen niet meer de goede berichten versturen, bijvoorbeeld naar de spieren.
Dit komt onder andere door te weinig dopamine in de hersenen.

Dopamine is een boodschapperstof (‘neurotransmitter’) waardoor zenuwen in de hersenen met elkaar kunnen communiceren.

Verschijnselen
Er ontstaan bewegingsproblemen, zoals spierstijfheid, moeite met slikken, beven, loop- en spraakstoornissen. De verschijnselen van de ziekte van Parkinson worden in de loop van de jaren steeds sterker.

Soms ontstaan andere symptomen die met gedrag hebben te maken, zoals veel willen gokken.

Behandeling
De ziekte van Parkinson is niet te genezen. Medicijnen kunnen wel een deel van de verschijnselen verminderen.

Het moment waarop u met de medicijnen start, hangt af van uw lichamelijke klachten. En van uw persoonlijke omstandigheden. De arts past een stappenplan toe, waarin verschillende behandelingen elkaar opvolgen. Elk medicijn heeft namelijk maar een bepaalde periode voldoende effect. Als het minder werkt, krijgt u een andere dosering of medicijn.

Amantadine wordt bij mensen jonger dan 65 jaar soms gebruikt als medicijn om mee te beginnen.

Bij oudere mensen of bij ernstige klachten begint uw arts meestal met levodopa. Werkt dit medicijn na verloop van tijd niet meer voldoende of geeft het te veel bijwerkingen? Dan kan een medicijn dat werkt als dopamine worden toegevoegd, bijvoorbeeld ropinirol, rotigotine of pramipexol. Amantadine wordt vooral toegevoegd als u veel last heeft van onwillekeurige en onrustige bewegingen (dyskinesie) door levodopa.

U kunt amantadine ook krijgen als u last heeft van gedrag zoals veel willen gokken. Dit kan komen door de ziekte van Parkinson maar ook door andere medicijnen.

Werking
Amantadine verbetert in de hersenen het verstoorde evenwicht tussen de verschillende boodschapperstoffen, zoals dopamine en acetylcholine.

Binnen een paar dagen merkt u dat u minder stijf bent en makkelijker kunt bewegen. Ook kan er een positief effect op het trillen zijn. Als u dit medicijn krijgt voor een bepaald soort gedrag zoals gokken, dan merkt u dat u dat beter kunt beheersen.

Lees meer over ziekte van parkinson . “

Bewegingsstoornissen door geneesmiddelen

Verschijnselen
Sommige medicijnen kunnen problemen met bewegen veroorzaken. Dit is vooral het geval met antipsychotica. Deze worden gebruikt bij psychoses, schizofrenie en ernstige verwardheid.

Onder bewegingstoornissen verstaat men verschijnselen die lijken op de ziekte van Parkinson (parkinsonisme), plotselinge spiertrekkingen (acute dystonie) en rusteloosheid (acathisie).

Behandeling
Als u veel last heeft van de bewegingsstoornissen, zal uw arts proberen de dosering te verlagen. Of een ander medicijn te zoeken dat deze bijwerking bij u niet of in mindere mate heeft. Is dat niet mogelijk of blijft u last houden, dan kan hij een medicijn als amantadine voorschrijven. Dit wordt vooral gedaan bij ‘parkinsonisme’ en ‘acute dystonie’. Bij rusteloosheid schrijven artsen meestal een ander, rustgevend medicijn voor, zoals een benzodiazepine of een bètablokker.

Werking
De hersenen sturen de spieren aan. Een bijwerking van antipsychotica is dat ze deze aansturing in de hersenen stimuleren. Amantadine remt de aansturing en herstelt zo het evenwicht in de hersenen.

Effect
U merkt het effect in het begin vooral aan het optreden van de bijwerkingen. Na een paar dagen zult u merken dat de bewegingsstoornissen minder worden.

Lees meer over bewegingsstoornissen door geneesmiddelen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Dikke voeten of enkels, door vasthouden van vocht (oedeem)

  • Een marmerachtige paars-rode verkleuring van de huid. Dit komt meer voor bij vrouwen.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Psychische klachten, zoals verwardheid, angstgevoelens, prikkelbaarheid, opwinding, slapeloosheid, nachtmerries, waanvoorstellingen (hallucinaties), depressie. Vooral bij mensen die al psychische klachten hebben. Of ouder zijn dan 65 jaar. Of een hoge dosering (meer dan 200mg/dag) gebruiken.

    Neem contact op met uw arts als u hier last van krijgt. Mogelijk moet da arts de dosering aanpassen.
    Mensen met schizofrenie, waandenkbeelden, hallucinaties of ernstige verwardheid (psychosen) kunnen meer klachten krijgen. Overleg met uw psychiater voor u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Duizeligheid bij opstaan, bijvoorbeeld uit bed of uit een stoel.

    Zorg dat u langzaam opstaat uit liggende of zittende houding. Voelt u zich toch duizelig, dan kunt het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Deze klacht gaat meestal binnen een paar dagen tot weken over. Dan heeft uw lichaam zich ingesteld op dit medicijn. Als u na een paar weken nog steeds last heeft van duizeligheid, moet u uw arts raadplegen.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, gebrek aan eetlust, verstopping en diarree

    Neem dit medicijn daarom bij een maaltijd of met wat voedsel in. U heeft dan minder last van deze bijwerking. Deze bijwerking gaat meestal over als u aan dit medicijn gewend bent. Neem contact op met uw arts als u wel last blijft houden. Mogelijk kan de arts u tijdelijk een medicijn tegen de misselijkheid voorschrijven. Tot u gewend bent geraakt aan dit medicijn.

  • Droge mond, doordat u minder speeksel aanmaakt

    Heeft u in het begin van de behandeling veel last heeft van een droge mond? Dan kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Misschien kan de tandarts vaker controleren.

  • Hoofdpijn, draaierig gevoel, vermoeidheid en meer zweten

  • Hartkloppingen, een versnelde hartslag en zeer zelden hartfalen en hartritmestoornissen. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

    Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Wazig zien

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

  • Huiduitslag, gevoeligheid van de huid voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk en roodheid geven. En andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon.

    Stop dan meteen het gebruik en neem contact op met uw arts.

  • Mensen met epilepsie hebben meer kans op epileptische aanvallen

    Overleg voor gebruik eerst met uw arts. Uw arts zal hier met de dosering rekening mee houden.

  • Ongewild urine-verlies

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Ernstige lichamelijke verschijnselen (maligne neurolepticasyndroom), zoals onverklaarbare koorts, heel stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten. Waarschuw dan direct een arts.

  • Meer zin in vrijen, meer kans op verslaving, zoals overmatig kopen, gokken of medicijngebruik

     Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik amantadine gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende. de volgende.

  • Medicijnen tegen wanen (u gelooft of denkt dingen die niet kloppen) en hallucinaties (u ziet, voelt of hoort dingen die er niet zijn) (antipsychotica). Deze gaan de werking van amantadine tegen. En maken de verschijnselen van de ziekte van Parkinson of bewegingsstoornissen erger. Andersom verminderen medicijnen tegen de ziekte van Parkinson de werking van antipsychotica. Overleg met uw arts als u last heeft van wanen en hallucinaties. Misschien komt dit door de amantadine en kan de dosering hiervan worden verlaagd. Gaan de wanen en hallucinaties niet weg? Dan kan de arts kiezen voor een ander antipsychoticum dat deze wisselwerking niet heeft.
  • Bepaalde medicijnen tegen misselijkheid en braken: alizapride, droperidol en metoclopramide. Deze gaan de werking van amantadine tegen en maken de verschijnselen van de ziekte van Parkinson of bewegingsstoornissen erger. Overleg met uw arts als u last heeft van misselijkheid en braken. Misschien komt dit door de amantadine en kan de dosering hiervan worden verlaagd. Het medicijn domperidon mag u wel korte tijd gebruiken bij braken.
  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld het reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u behalve dit medicijn nog een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals duizeligheid, verwardheid en hallucinaties. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste dagen van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen.

Let op: ook de ziekte of Parkinson of psychiatrische aandoeningen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt de bijwerkingen van dit medicijn. Ook als u niets van deze bijwerking heeft gemerkt, kunt u door het gebruik van alcohol wel suf worden. En kan u minder goed coördineren.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap 
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit middel tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Tijdens de behandeling en tot 5 dagen na de behandeling mag u niet zwanger worden. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het kan er voor zorgen dat de borstvoeding vermindert of zelfs stopt. Het medicijn gaat over in de moedermelk en kan zo schadelijke effecten op de baby hebben. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de goede dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
Neem de capsules in na het eten. U voorkomt hiermee maagklachten. Het beste kunt u vaste tijden kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis.

Als u het medicijn 1 keer per dag gebruikt bij voorkeur ’s ochtends na het ontbijt. Als u het medicijn 2 keer per dag gebruikt: na het ontbijt en na het avondeten.

Hoe lang?

Ziekte van Parkinson 
De effectiviteit van dit middel lijkt na enige tijd af te nemen. Soms al na 6 maanden, soms pas na een paar jaar. Uw arts zal regelmatig het effect van dit medicijn met u bespreken. Zolang het voldoende werkt en u weinig bijwerkingen ervaart, kunt u het blijven gebruiken.

Bewegingsstoornissen door medicijnen
Meestal gebruikt u dit medicijn een paar dagen tot weken lang tot de bewegingsstoornissen over zijn. Heel soms heeft u het medicijn langer nodig, overleg hierover met uw arts.

Terug naar overzicht